Nicaragua - De crisis van het FSLN

Ooit was het Frente Sandinista de Liberación Nacional (FSLN) een inpiratiebron voor links in de hele wereld. De sandinistische revolutie maakte in 1979 een einde aan de door de VS gesteunde dictatuur van Somoza en zette een turbulent proces van veranderingen in gang. Van de ooit zo positieve veranderingen is niet veel meer over. Ook de leiding van het FSLN draagt daar verantwoordelijkheid voor.

In een alfabetiseringscampagne van ongekende omvang trokken tienduizenden vrijwilligers het land in om tot in de verste uithoeken de boeren en boerinnen te leren lezen en schrijven. In het hele land werden scholen en gezondheidscentra gebouwd. Dankzij een landhervorming kregen tienduizenden arme boeren de beschikking over grond. De bevolking organiseerde zich in sandinistische massaorganisaties en steunde massaal de revolutionaire veranderingen. Een van de meest inspirerende aspecten van de revolutie was dat de sociale en economische omvorming gepaard ging met een geweldige toename van de democratische rechten en vrijheden.

Van dat Nicaragua is bitter weinig over. De bevolking heeft het in vele opzichten slechter dan ooit. Ook de democratische vrijheden zijn op een aantal punten drastisch teruggedrongen. Nicaragua vertoont steeds meer trekken van een tweepartijenstaat waar de twee grote partijen onderling de koek verdelen. Het trieste is dat niet alleen de rechtse partij van president Alemán daarvoor verantwoordelijk is, maar ook de leiding van het FSLN.

Op 5 november zijn er in Nicaragua gemeenteraadsverkiezingen en in november volgend jaar parlements- en presidentsverkiezingen. De Kiesraad, bestaande uit aanhangers van president Alemán en sandinisten, heeft voor veel partijen onneembare drempels opgeworpen om deel te nemen. Alemán zelf vond drie partijen wel voldoende. 'Dat is altijd nog één meer dan in de VS,' merkte hij monter op. Mede door internationale druk doen er nu vier landelijke partijen mee aan de gemeenteraadsverkiezingen en twee regionale lijsten in het gebied van de Atlantische kust.

Een duivels pact

Deze regeling is slechts één van de vele gevolgen van het pact dat door Alemán gesloten is met de leider van het FSLN, de voormalige president Daniel Ortega. Dat pact - waarvan de inhoud voor een deel geheim wordt gehouden - is er volgens Ortega op gericht om 'voor het FSLN de institutionele ruimte op te eisen waar we als tweede partij van het land recht op hebben.'

In de praktijk betekent dit dat de PLC van Alemán en het FSLN de posities in verschillende staatsorganen zoals de Kiesraad, de Rekenkamer, het Hoog Gerechtshof en het presidium van het parlement onderling hebben verdeeld.Daarnaast zijn er allerlei regelingen ontworpen die er op gericht zijn om nu en in de toekomst vervolging wegens fraude, misbruik van staatseigendommen en dergelijke onmogelijk te maken. Zo is in de kieswet opgenomen dat voormalige presidenten (Ortega en Alemán) automatisch een zetel in het parlement krijgen en daarmee dus parlementaire onschendbaarheid genieten. In ruil voor deze 'institutionele ruimte' ziet de leiding van het FSLN af van werkelijke strijd en mobilisatie tegen het corrupte en voor de bevolking desastreuze neoliberale beleid van president Alemán. Hoe heeft het zo ver kunnen komen?

Zwaktes

De sandinistische beweging heeft altijd twee belangrijke zwaktes gehad: gebrek aan interne democratie en het samenvallen van staat en partij. Na de overwinning van 1979 werd de bevolking georganiseerd in massaorganisaties, maar kreeg geen directe macht of invloed. Alle organisaties werden van bovenaf geleid. De nationale leiding van het FSLN maakte de dienst uit en de mensen werden opgevoed in het opvolgen van de richtlijnen van bovenaf en niet in het zelf nadenken en zelf uitoefenen van macht.

Daarnaast werd er geen enkel onderscheid gemaakt tussen de staat en het FSLN als politieke partij. De eerste jaren van de revolutie - toen de overgrote meerderheid van de bevolking de sandinisten steunde - waren die zwakten duidelijk zichtbaar, maar vormden geen praktisch politiek probleem. Toen de bevolking in 1990 echter in meerderheid de door de VS gefinancierde oorlog en de economische boycot zo beu was dat ze tegen de sandinisten stemde en de oppositie aan de macht bracht, was de problematiek van de scheiding van staat en partij opeens heel actueel.

De sandinisten - die hun verkiezingsnederlaag absoluut niet hadden zien aankomen en er dus ook geen rekening mee hadden gehouden - reageerden met het 'in veiligheid brengen' van de verworvenheden van de revolutie. In de praktijk betekende dit dat op grote schaal bezittingen op naam van individuele sandinisten werden overgeschreven. Bij deze piñata (uitdeelfeestje) ging het zowel om kleine boeren en coöperatieleden die in het kader van de landhervorming grond hadden gekregen zonder dat dit formeel juridisch was vastgelegd, als om sandinistische functionarissen die in één klap een miljoenenbezit verworven. Het zijn de belangen van deze
sandinistische ondernemers, of sandinistische bedrijven, die steeds meer de politiek van de leiding van het FSLN zijn gaan bepalen.

Politieke spelletjes

De regering Chamorro die in 1990 na de overwinning van de oppositie-unie UNO aan de macht kwam bestond uit de gematigde vleugel van deze coalitie. De opstelling van de sandinisten ten opzichte van deze regering was ingegeven door voorzichtigheid. De grote angst van het FSLN was dat een te scherpe oppositie tegen de regering de rechtervleugel van de UNO in de kaart zou spelen. Die rechtervleugel - waar de toenmalige burgemeester van Managua Alemán toe behoorde - predikte een totale afrekening met het sandinisme. Het gevaar dat het land daarmee weer in een burgeroorlog terecht zou komen was niet denkbeeldig.

Na zes jaar regeren waren de groepen die Chamorro steunden volledig opgebrand en in 1996 was het de rechtse Alemán die met een demagogische anti-sandinistische campagne de verkiezingen won. Deze regering kenmerkt
zich vooral door een onbeschaamde corruptie en zelfverrijking. Met name de president zelf en zijn directe omgeving graaien ongegeneerd in de staatskas en wie daar wat van zegt, zoals het voormalige hoofd van de Rekenkamer Jarquín, wordt op de meest grove wijze aan de kant gezet en vervangen door
partijgenoten van Alemán, en sandinsten.

Het wanbeleid en de openlijke corruptie leidde tot een daling van de populariteit van Alemán en zijn PLC. De pogingen van Alemán om het draagvlak van zijn regering te behouden, bracht hem tot het pact met de sandinisten. Voor hem levert dit het voordeel op dat de kans op massaal protest tegen zijn regeringsbeleid wordt verkleind en hij zijn achterban voor kan houden dat 'het sandinistische monster' effectief getemd is

Ook voor de sandinistische leiding levert het pact een aantal interessante voordelen op. In de eerste plaats belangrijke posities in verschillende staatsorganen. In de tweede plaats de verzekering dat er geen onderzoek gedaan zal worden naar de toeëigening van staatseigendommen. Daarnaast hoopt men dat door het uitschakelen van andere politieke partijen de kans op de regeringsmacht wordt vergroot

Voor Daniel Ortega zelf komt daar nog bij dat het pact leidt tot levenslange parlementaire onschendbaarheid waardoor hij zich niet voor de rechter hoeft te verweren tegen de aanklacht van jarenlang seksueel misbruik van zijn pleegdochter Zoilamérica Narváez.

Verkiezingsstrategie

De campagne voor de komende gemeenteraadsverkiezing wordt gezien als een aanloop en oefening voor de presidents- en parlementsverkiezingen van volgend jaar. De door de PLC en het FSLN gezamenlijk doorgevoerde veranderingen van de kieswet werken dit in de hand. De mogelijkheid van plaatselijke lijsten bij de gemeenteraadsverkiezingen is geschrapt, partijen die minder dan drie procent van de stemmen halen verliezen hun positie als politieke partij.

Het FSLN voert campagne onder de leuze de “onvermijdelijke overwinning”. Als kandidaat voor het burgemeesterschap van de hoofdstad Managua is de zakenman Herty Lewites aangewezen. Deze typische vertegenwoordiger van de sandinistische ondernemers was minister van tourisme in de sandinistische regering en verbaasde na de verkiezingsnederlaag van 1990 menigeen met zijn uitspraak dat hij er trots op was dat hij als sandinist miljonair was, omdat dat liet zien dat sandinisten ook verstand van het zakenleven hebben.

De organisatie van de verkiezingscampagne van de sandinisten is op militaire leest geschoeid. ‘Het sandinistische verkiezingsleger’ zoals de campagneorganisatie heet, staat onder leiding van oud-kolonel Lenín Cerna, in de tachtiger jaren hoofd van de staatsveiligheidsdienst en van oud-generaal Alvaro Baltodano. Ook de staf bestaat voor een groot gedeelte uit voormalige leden van het sandinistische leger.

De verkiezingsstrategie is er - net als in 1996 - op gericht om de kiezers ervan te overtuigen dat alleen het FSLN een garantie is tegen de terugkeer van het somozisme (in de vorm van de PLC). Wat dat betreft is de sandinistische partij het spiegelbeeld van de PLC-campagne die als centraal thema heeft het voorkomen van een terugkeer naar de zwarte dagen van het sandinisme.

Behalve een triomfalistische heeft de verkiezingscampagne van het FSLN ook dreigende toon. Dissidente sandinisten worden met een genereus gebaar uitgenodigd om weer tot de partij toe te treden, maar daar wordt in de woorden van Ortega dan aan toe gevoegd dat er, als zij dat niet doen, ‘na de verkiezingen voor hen buiten het FSLN natuurlijk geen enkele politiek ruimte meer zal zijn.’

De hele teneur van de campagne is: “Wij gaan de verkiezingen winnen, wij komen weer aan de macht, zorg dat je tijdig meedoet anders val je buiten de boot”.

Oppositie is hard nodig

De opstelling van de FSLN-leiding de afgelopen jaren en met name het pact heeft tot veel kritiek in eigen kring geleid. Verschillende groepen en individuen zijn uit het FSLN getreden. Ook zijn er diverse pogingen gedaan
om tot de oprichting van andere sandinistische partijen te komen. Binnen het Frente zelf zijn er al een aantal kritische stromingen actief. Een belangrijk deel van de basis is de afgelopen jaren echter gedesillusioneerd
en niet meer politiek actief.

Ondanks de diepe crisis die het FSLN sinds 1990 doormaakt heeft de partij nog steeds een vaste aanhang van 20 à 25 procent. Voor vele Nicaraguanen is en blijft het FSLN de enige partij die zich ooit ingezet heeft voor de
belangen van de armen. Met name Daniel Ortega wordt als de verpersoonlijking van de verworvenheden van de revolutie gezien.

De neoliberale politiek van het afgelopen decennium heeft tot een verrijking van een kleine topplaag
en tot een verpaupering van de grote meerderheid van de bevolking geleid. Meer dan tachtig procent van de bevolking leeft inmiddels onder de armoedegrens en lijdt aan ondervoeding. De gezondste en meest actieve mensen trekken naar het buitenland om daar werk te zoeken.

Om weerstand te bieden aan het neoliberale offensief is vooral een versterking van de organisatie van de bevolking noodzakelijk. Het FSLN speelt daar momenteel nauwelijks een rol in. Het verbreken van het pact met
Alemán is een eerste voorwaarde voor een nieuwe strijdbare koers van het Frente. Door verschillende groepen sandinisten wordt daarvoor gestreden. Zij zullen nog een moeilijke weg te gaan hebben voordat het Frente weer een organisatie is die ondubbelzinnig opkomt voor de belangen van de armen.

Dossier
Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop