In de tien maanden sinds de start van de protesten in april 2018 en de daaropvolgende bloedige repressie is de Nicaraguaanse economie steeds verder ingezakt. Sinds april 2018 verloren meer dan 453.000 mensen hun baan, werd meer dan 1,5 miljard dollar aan deposito’s bij de banken opgenomen, en belandden ten minste 2 miljoen van de 6,3 miljoen inwoners onder de armoede grens. [leestijd 9 minuten] De buitenlandse investeringen zijn vrijwel tot nul gedaald, de steun uit Venezuela (in 2011 nog 563.8 miljoen dollar) is weggevallen. De overheidsschuld was in januari opgelopen tot 5.967 miljoen dollar wat overeenkomt met iets meer dan 50% van het bruto binnenlands product (BBP). Voor dit jaar wordt een verdere economische krimp verwacht en een stijging van de werkloosheid en de armoede. Naar schatting de helft van de mensen die voor april in de toeristenindustrie werkzaam was is ontslagen. In de handel zijn minstens 157.000 banen verloren gegaan. In combinatie met de heftige repressie en politieke vervolging van demonstranten heeft deze crisis geleid tot de uittocht van zeker 40.000 Nicaraguanen, die vooral hun toevlucht zoeken in Costa Rica. In het kader van deze ontwikkelingen schenken wij dit keer de aandacht aan de economische crisis en het opstarten van een nieuwe dialoog op initiatief van Ortega en aandringen van de privé sector.
Aanpassing sociale zekerheid & fiscale hervormingen
Het door Ortega gecontroleerde parlement heeft onlangs een herziening van het sociale zekerheidsstelsel aangenomen. Deze plannen gaan nog verder dan de eerdere hervormingen die in april van het vorige jaar de directe aanleiding waren voor de protesten. De bevolking was toen boos dat het uitvoeringsorgaan van de sociale zekerheid, het Instituto Nicaragüense de Seguridad Social (INSS), zo slecht beheerd is. De afgelopen jaren werd het namelijk voor particuliere projecten van het regime ingezet. In de volksmond wordt het INSS dan ook de caja chica ('kleine kas’) van de regering Ortega genoemd. De eerdere intrekking van de hervormingen, een concessie die de regering deed na de aanhoudende protesten, is hiermee teruggedraaid. De premies voor de werkgevers stijgen nu met 3,5% voor de grote ondernemingen en 2,5% voor het midden- en klein bedrijf. Deze stijgende kosten zullen zonder twijfel doorberekend worden in de consumenten prijzen. Ook de werknemers zullen meer moeten gaan betalen voor de sociale zekerheid en de uitkeringen zullen verlaagd worden. De gepensioneerden zullen naar verwachting hun inkomen zien dalen met 5%. De regering hoopt met deze maatregelen en het zogenoemde "paquetazo fiscal" (pakket aan fiscale hervormingen) in 2019 ruim 300 miljoen dollar op te halen om het overheidstekort in te lopen. Ze rechtvaardigt de maatregelen door te stellen dat ze "noodzakelijk zijn om de ernstige schade aan onze economie te compenseren die de coupplegers opzettelijk en bewust hebben veroorzaakt".
Een nieuwe dialoog
Op 27 februari jl. vond de eerste bijeenkomst plaats van een nieuwe dialoog tussen de regering en een delegatie van de Alianza Cívica (Burger Alliantie). Eerder was de dialoog afgebroken omdat de regering een aantal toezeggingen niet nakwam. De nieuwe dialoog, die door de regering een onderhandeling genoemd wordt, is door drie van Nicaragua's grootste zakenmannen aangezwengeld: Carlos Pellas, Roberto Zamora en Ramiro Ortiz. Zij smachtten naar een oplossing van de politieke en sociale crisis in het land omdat deze een duidelijk effect op de economie begint te hebben. De drie werden bij hun gesprek met Ortega vergezeld door twee bestuursleden van de werkgeversorganisatie COSEP en door kardinaal Leopoldo Brenes en de vertegenwoordiger van het Vaticaan in Managua, Nuntius Stanislaw Waldemar Sommertag. Maar wie zijn deze drie mannen? Pellas staat aan het hoofd van de machtige Pellas groep, eigenaar van Nicaragua Sugar Estates Limited, de grootste suikerproducent van het land en producent van de bekende rum Flor de Caña. De rijkdom van Pellas komt ook voort uit investeringen in onder andere banken en autobedrijven. Ortiz en Zamora hebben een sterke positie in het financiële systeem van het land. Ortiz is de president van Grupo Promérica, die actief is in 9 landen op het continent en waarvan de activa in 2016 12,6 miljard dollar bedroegen. Het persoonlijk vermogen van Pellas en Ortiz wordt op meer dan een miljard dollar geschat. Tot april vorig jaar waren deze zakenmannen bondgenoten in Ortega's 'model van consensus' en profiteerden zij van zijn neoliberale economische beleid. Nu hun belangen in gevaar zijn gekomen door de sociale onrust, pleiten zij voor een dialoog om een einde te maken aan ‘de crisis die de economie van het land dreigt te vernietigen’. Ondanks het feit dat een aantal leden van de Alianza Cívica als politieke gevangenen worden vastgehouden en anderen het land uit zijn gevlucht stemde de Alianza toch in met een dialoog en stelde een delegatie samen om met vertegenwoordigers van het regime in gesprek te gaan. Bij veel Nicaraguanen leeft echter de angst dat deze dialoog zal leiden tot een pact tussen de verschillende machtige groepen met ecomische belangen in het land, waarmee de roep om gerechtigheid achterop zal raken.
Andere krachtsverhoudingen
De dialoog getuigt van de veranderde krachtsverhoudingen zowel tussen de regering en de oppositie als binnen de oppositie. Was er bij de vorige dialoog nog sprake van grote afvaardiging van maatschappelijke organisaties en aanwezigheid van de media en werd de dialoog nog door de katholieke kerk bemiddeld, nu gaat het om een kleine delegatie van enkel de Alianza Cívica en vertegenwoordigers van het regime. De president zelf is (nog) niet aanwezig geweest bij de besprekingen. Een Nicaraguaanse commentator omschreef de situatie als volgt: ‘Internationaal is Ortega in het defensief en voelt hij zich bedreigd, maar nationaal is hij in het offensief.’ Door nu de dialoog aan te gaan hoopt het regime de buitenlandse druk te verminderen, terwijl het achter de schermen de pijlen richt op het uit elkaar spelen van de oppositie. De dubbele insteek bleek al uit het 'spel' met de eisen van de sociale bewegingen (verenigd in de Articulación), die zij als voorwaarden opstelden vòòr het starten van de dialoog. Naast het stoppen van de repressie en herinstellen van de rechten van de bevolking, werd door de sociale bewegingen de onmiddelijke vrijlating van de politieke gevangenen geëist om geloofwaardigheid aan de intenties tot een oprechte dialoog te geven. Door velen werd de veroordeling van boerenleider Medardo Mairena (deelnemer aan de vorige dialoog als vertegenwoordiger van de boerenbeweging en lid van de Alianza Cívica) op maandag 25 februari gezien als een signaal van de daadwerkelijke intenties van de regering. Hij werd veroordeeld tot 216 jaar gevangenisstraf en zijn mede-boerenleiders (Pedro Mena en Orlando Icabalceta) tot respectievelijk 210 en 159 jaar gevangenisstraf. Velen in Nicaragua waren en zijn dan ook van mening dat er geen sprake kan zijn van een oprechte dialoog zolang er meer dan 700 politieke gevangen vast zitten. De voorzitster van de door het regime ontbonden mensenrechtenorganisatie CENIDH, Vilma Núñez, drukte het zo uit: ‘zolang er nog honderden politieke gevangenen zijn, zijn we allemaal gevangenen van het regime’. De grootste angst is dat de politieke gevangenen door het regime als wisselgeld worden ingezet om tot een akkoord met de regering te komen.
De dialoog en de het huisarrest van 100 politieke gevangenen
Hoe reëel die angst is bleek wel op de eerste dag van de dialoog, woensdag 27 februari. Toen werden er 's ochtends vroeg een honderdtal politieke gevangenen uit de gevangenis gehaald en thuis afgeleverd met de mededeling dat ze huisarrest hadden. Eén van de vrijgelaten gevangenen, Alex Vanegas, bekend als ‘de marathonloper’, werd drie uur later weer opgepakt omdat hij weer deed waarvoor hij indertijd was vastgezet: met blauw witte kleding en een blauw wit vlaggetje in zijn hand door de stad rennen. Even later werd hij weer vrijgelaten. De familieleden van de politieke gevangenen onderstrepen echter dat deze gevangenen zeker niet vrij zijn, maar eerder vogelvrij. Hun adressen werden op de website van het Ministerie van Binnenlandse Zaken gepubliceerd, hun rechtszaken lopen nog, en elk moment kunnen ze weer opgepakt worden. In Managua is bovendien een grote politiemacht op de been om eventuele demonstraties direct de kop in te drukken. Op vrijdag werd er bijvoorbeeld op de campus van de UCA gedemonstreerd door een kleine groep studenten, waarna zwaarbewapende politie de universiteit omsingelden. Tot arrestaties kwam het niet, maar wel werd een buitenlandse journaliste door een rubberkogel geraakt terwijl ze verslag maakte van de situatie. De boodschap van de onverminderde politieaanwezigheid is duidelijk: voor de ondernemers staat de deur open, maar protesten vanuit de bevolking zullen keihard worden aangepakt. Of de dialoog de komende tijd iets op zal leveren valt te bezien. Het enige wat er naar buiten is gekomen is dat er afspraken zijn gemaakt over procedures. Wij blijven het voor u volgen. Dit is een deel van de Nica nieuwsbrief nummer 12. Voor de hele nieuwsbrief, abonneren op deze nieuwsbrief of vorige edities teruglezen? Klik dan hier!
Reactie toevoegen