Mónica Baltodano was een guerrillacommandant tijdens de Sandinistische revolutie en leider van de opstand in Managua. Ze bekleedde een aantal verantwoordelijke posities in de revolutionaire regering, waaronder territoriale zaken en gemeentewerk.
In 2007 kwam Daniel Ortega aan de macht door akkoorden te sluiten met de rechtse en kapitalistische sectoren over een project dat niets te maken had met de Sandinistische revolutie. Mónica Baltodano kwam samen met vele andere voormalige activisten en strijders van het Sandinistisch Nationaal Bevrijdingsfront FSLN in de oppositie terecht. Samen creëerden ze dissidente bewegingen van het Sandinistische Front. In 2018, na de repressieve reactie op de boeren- en studentenbeweging, waarbij bijna 400 doden vielen, ging Mónica Baltodano in ballingschap in Costa Rica, werd haar nationaliteit afgenomen en werden al haar bezittingen en inkomsten in beslag genomen. Ze is in Europa op uitnodiging van de Vierde Internationale. Mariana Sanchez interviewde haar.
Wat was het doel van jullie reis?
We zijn in Europa om het dictatoriale en absolutistische regime van Daniel Ortega en Rosario Murillo aan te klagen, die al 17 jaar de regering en al haar instellingen controleren. Hun doel is niet om een transformatieproject op te zetten of om uit de armoede te komen waarin de meerderheid van de Nicaraguanen leeft, maar om hun persoonlijke rijkdom te vergroten, omdat ze kapitalisten zijn geworden. Sinds hun terugkeer in de regering in 2007 hebben ze een neoliberaal regime ingevoerd met de meest brute kenmerken van extractivisme, vooral in de goud- en zilvermijnbouw. Dat heeft geleid tot diepe ongelijkheid in het land. Meer dan 700.000 Nicaraguanen hebben het land moeten verlaten. In zekere zin zijn zij de steunpilaar van de Nicaraguaanse economie, omdat de dollars die ze naar hun families in Nicaragua sturen belangrijker zijn dan de totale export van het land.
We willen erop wijzen dat de onderdrukking in Nicaragua toeneemt. Er is geen persvrijheid of vrijheid van informatie. Niemand mag anders denken dan het regime, want mensen riskeren gevangenisstraf of verbanning en de inbeslagname van al hun bezittingen.
Meer dan 4.000 organisaties zijn verboden. Verenigingen die zich inzetten voor vrouwenrechten, voor de rechten van de natuur, voor de rechten van inheemse volkeren...
Er zijn geen vakbondsorganisaties meer, geen autonome sociale beweging. Daarom hebben we solidariteit nodig. Niet alleen veroordeling, niet alleen communiqués van de internationale gemeenschap, maar solidariteit.
We kwamen praten met mensen die in de jaren tachtig solidair waren. Sommigen van hen hadden zelfs deelgenomen aan de strijd tegen Somoza en deelden onze droom van een rechtvaardigere samenleving en politieke, economische en sociale democratie. Nicaragua heeft de potentie om terug te keren in die richting. Om dat te kunnen doen, moeten we ons ontdoen van de dictatuur. Daarom proberen we die op het internationale toneel te verzwakken.
We zijn in Europa om boerenprojecten, trainingsprojecten en organisatieprojecten voor te stellen. We moeten ons organiseren, en ik zet me in het bijzonder in voor de organisatie van de linkse sectoren die uit het Sandinisme zijn voortgekomen. We moeten recht doen aan degenen die zijn vermoord of aangeklaagd, aan iedereen die is getroffen door de dictatuur van Ortega-Murillo. Dat zijn de onderwerpen die we tijdens ons bezoek hebben besproken.
Sommige linkse mensen in Europa, zelfs als ze weten wat er in Nicaragua gebeurt, denken nog steeds dat Ortega een Sandinist is, dat hij de revolutionair van de jaren tachtig is...
We hebben ter linkerzijde een grote vooruitgang gezien in termen van begrip en informatie over wat er werkelijk gebeurt in Nicaragua. Uit onze discussies kunnen we concluderen dat de meerderheid zich ervan bewust is dat Nicaragua geen links regime is, dat het een crimineel regime is dat duidelijk mensenrechtenschendingen heeft begaan.
Maar er is nog steeds een sector ter linkerzijde die volhoudt dat het de voortzetting is van die mooie revolutie waar ze enthousiast over was. Dat is het links dat zijn ogen sluit voor de realiteit. Sommigen zeggen dat het komt omdat Ortega anti-imperialistisch is. Ik wil hen vertellen dat Ortega niet anti-imperialistisch is. Hij gebruikt die retoriek om een bepaald deel van zijn sociale basis te behouden. Maar om dat deel van links te misleiden, probeert hij een nieuwe Oost-West logica aan te nemen. Daarom steunt hij Rusland en schaart hij zich achter Iran en Noord-Korea.
In werkelijkheid heeft de meerderheid van links vooruitgang geboekt, niet alleen in Europa maar ook in Latijns-Amerika. Er zijn krachtige stemmen, zoals die van Gabriel Boric in Chili, president Gustavo Petro in Colombia en Andres López Obrador in Mexico, die het verlies van de nationaliteit van meer dan 300 Nicaraguanen hebben veroordeeld. Belangrijke stemmen worden gehoord, zoals die van Pepe Mujica in Uruguay en Cuauhtémoc Cárdenas in Mexico. We hebben vooruitgang geboekt, maar het is heel belangrijk dat links in de wereld zich krachtig uitspreekt tegen Ortega.
Dat helpt ons ook in ons werk met jongeren. Ortega zegt in zijn toespraken dat wat hij doet socialisme is. Ook al hebben we sinds 1990 de meest neoliberale samenleving, de jongeren van Nicaragua geloven dat Ortega een socialist is.
Wat is er over van de sociale- en vakbeweging na de onderdrukking door de regering?
De hele autonome sociale beweging is verpletterd en onderdrukt door middel van arrestaties en verbanning, met meer dan 350 vermoorde mensen bij de onderdrukking van 2018.
We zetten ons in om die netwerken opnieuw op te bouwen. Vanuit ballingschap maar ook in Nicaragua, met stille werkmethoden, door het hele land. We pleiten voor een vreedzame, burgerlijke strijd. We hebben in Nicaragua te veel oorlogen meegemaakt. We proberen de democratische, burgerlijke en vreedzame weg te nemen.
Maar dat betekent niet dat we ons niet clandestien moeten organiseren, want de repressie is meedogenloos. In Nicaragua mag je geen enkele afwijkende mening publiceren in de pers of in de online media. Journalisten zitten in de gevangenis, alleen maar omdat ze op hun profiel een demonstratie of religieuze processie hebben geplaatst die verboden is. Geconfronteerd met die realiteit moeten we het hele sociale weefsel dat door het regime is vernietigd, weer opbouwen. Maar we zijn er zeker van dat we daar zullen komen en er is al enige vooruitgang geboekt.
We zijn optimistisch; we geloven dat dit regime vroeg of laat zal vallen. Duizenden Sandinisten, ambtenaren, soldaten en politieagenten zijn het niet langer eens met het regime, ook al blijven ze hun baan houden omdat ze nergens anders van kunnen leven. Duizenden mensen in alle instellingen steunen dit regime niet langer en daarom zijn we ervan overtuigd dat het einde nabij is, dichterbij dan de mensen op straat denken.
Dit artikel stond op l’Anticapitaliste. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.
Voor nieuws over de ontwikkelingen in Nicargua en solidaritietsinitiatieven in Nederland zie de nieuwsbrief Nicanieuws.
Reactie toevoegen