Sinds de stakingen in 1995 is het hevige maatschappelijke verzet tegen het neoliberale beleid van zowel linkse als rechtse regeringen niet geluwd. Het verzet is zonder twijfel het sterkste in Europa maar tegelijkertijd is er vrijwel geen vooruitgang geweest op het politieke vlak. Radicaal links, en in het bijzonder de LCR, is het laatste decennium sterker geworden maar de Communistische Partij, nog steeds een massa-partij met duizenden verkozen vertegenwoordigers, is verder verzwakt. Ecologisch links noch andere nieuwe sociale bewegingen , zoals de opkomst in vakbondsland van de federatie Solidaires hebben die politieke impasse kunnen doorbreken.
Het heeft weinig zin om nu te bediscussiëren of het ontbreken van vooruitgang te wijten was aan objectieve omstandigheden, aan persoonlijk falen of aan een combinatie van beide. Het belangrijkste is dat de situatie aan het veranderen is en dat één van de belangrijkste factoren de ontwikkeling van de LCR is. Na van de verschillende radicaal linkse kandidaten bij de presidentsverkiezingen van 2007 het beste resultaat geboekt te hebben, startte de LCR met een ambitieus project om een 'nieuwe anti-kapitalistische partij' op te zetten, een project dat nu algemeen bekend staat onder de initialen NPA (Nouveau Parti Anticapitaliste).
Het initiatief kwam min of meer als een verrassing. In de aanloop naar de verkiezingen traden scherpe conflicten op binnen radicaal links. Na het succes van de 'nee' campagne bij het referendum over de Europese grondwet in mei 2005 – een campagne die haar succes te danken had aan een gezamenlijk optreden van radicaal-links, werden serieuze pogingen gedaan om tot één gemeenschappelijke kandidaat te komen. De onderhandelingen mislukten in de herfst van 2006 en veel mensen waren van mening dat de LCR een deel van de verantwoordelijkheid voor deze mislukking droeg – al vond men dat haar aandeel kleiner was dan dat van de CP.
De LCR werd ervan beschuldigd het eigen belang boven dat van de beweging in het algemeen gesteld te hebben. Toen de LCR in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen meer dan 4 procent wist te winnen, beduidend meer dan de andere kandidaten van radicaal-links, vreesden velen dat de uitkomst niet meer zou zijn dan een simpele ledenwinst voor de LCR van een paar honderd nieuwe leden.
De LCR won inderdaad nieuwe leden maar liet het daar niet bij. In het begin van juli 2007 sprak het landelijke bestuur zich uit voor het oprichten van een brede, anti-kapitalistische partij en verklaarde dat als dit initiatief succesvol zou zijn de partij zich zou ontbinden om in de nieuwe organisatie op te gaan.
Het initiatief werd nogal sceptisch ontvangen. Sommige spraken het vermoeden uit dat het slechts een poging was om de LCR onder een andere naam opnieuw te lanceren. Andere waren van mening dat als de bedoelingen van de LCR oprecht waren het initiatief van één enkele organisatie nooit genoeg aantrekkingskracht zou hebben om succesvol te zijn. Ook zelf was de LCR namelijk tot de conclusie gekomen dat er geen landelijke partners waren om mee samen te werken omdat deze zich onvoldoende onafhankelijk opstelden ten opzichte van de PS . De enige organisatie op landelijk niveau waar de LCR gesprekken mee voerde, maar zonder resultaat, waren de Verenigde Comités voor een Alternatief voor het Liberalisme (CUAL), die Jose Bove gesteund hadden in de verkiezingen. Verder waren er slechts twee of drie kleine uiterst-linkse groepen geinteresseerd.
Een jaar later is het scepticisme grotendeels ongegrond gebleken. Het project lijkt een succes, zelfs meer dan de meest optimistische initiatiefnemers.verwacht hadden. Het besluit om de mogelijkheid van een nieuwe partij te onderzoeken werd met een meerderheid van tachtig procent op het LCR congres van januari genomen. In maart vonden de gemeenteraadsverkiezingen plaats waarin de LCR in zo'n 200 plaatsen lijsten presenteerde of ondersteunde. In het algemeen waren de uitslagen opnieuw zeer bemoedigend, veel lijsten behaalden meer dan vijf procent en een behoorlijk aantal zelfs tussen de 10 en vijftien procent. Verder werden 120 van de 200 lijsten gezamenlijk met andere politieke krachten gevormd, waarvan ongeveer vijftig samen met lokale CUAL comités. In een behoorlijk aantal plaatsen nam ook de CP deel en in twee of drie steden zelfs een linkse stroming binnen de PS. De LCR deed veel moeite om duidelijk te maken dat de verkiezingen en de nieuwe partij twee verschillende dingen waren en dat een bondgenootschap voor de verkiezingen niet automatisch deelname aan de nieuwe partij betekende. Toch was het aantal gemeenschappelijke lijsten een bewijs dat, ongeacht de situatie op het nationale niveau, er op lokale vlak genoeg groepen waren te vinden die bereid waren samen te werken met de LCR.
Na de verkiezingen raakten de voorbereidingen voor de nieuwe partij in een stroomversnelling. Uit een verslag aan het LCR bestuur in het midden van mei bleek dat er al 250 lokale comités bestonden en dat er nog eens zo'n 100 in de maak waren. Zeventien procent van de bestaande comités was voor maart opgericht en zo'n zeventig procent in maart-april. De meeste zijn georganiseerd op plaatselijke basis maar enkele zijn ook georganiseerd per werkplek of fabriek. In vijftien procent van de gevallen werden er comités gevormd in plaatsen waar geen afdeling van de LCR bestond. In het verslag werd de schatting gedaan dat enkele duizenden mensen die geen lid zijn van de LCR deelnemen en dat deze groep een meerderheid vormt – de LCR heeft zo'n 3000 leden. Dit blijkt verder uit een rapport uit Agen, in het zuid-westen van Frankrijk, waar op 13 juni het lokale NPA comité bijeenkwam. Er waren 34 personen aanwezig waarvan ongeveer een derde lid was van de LCR. Het aandeel LCR-leden daalde vervolgens elke volgende vergadering. Er werden twee vertegenwoordigers, waarvan een niet lid van de LCR, gekozen om naar de eerste landelijke bijeenkomst van de NPA comités te gaan op 28 en 29 juni.
Deze landelijke bijeenkomst was een nieuwe stap vooruit voor het project. Ongeveer 800 mensen vertegenwoordigden zo'n 300 comités waar volgens de organisatie zo'n 10.000 mensen deel van uit maken. Er werd een organisatie-comité van 60 mensen, 20 LCR leden, 40 mensen van buiten de partij, gekozen om het oprichtingscongres van de nieuwe partij voor te bereiden. Centrale punten van de nieuwe partij zullen zijn: anti-kapitalisme, volledige onafhankelijkheid van de PS en een nadruk op sociaal activisme in plaats van op verkiezingen. Het congres is gepland voor januari 2009 en de LCR zal zich ontbinden in een congres op het einde van dat jaar.
De immense populariteit van de presidentskandidaat en voornaamste woordvoerder van de LCR, Olivier Besancenot, is een factor in het succes van de NPA. Maar belangrijker is dat in linkse kringen duidelijk de noodzaak van een nieuwe politieke kracht wordt gevoeld en dat het initiatief van de LCR gezien wordt als een weg uit de impasse en als een perspectief dat ook velen die nooit lid zouden worden van de LCR aantrok.
Een duidelijk teken van het belang van de NPA is dat veel mensen in radicaal-links die, nog niet van plan zijn deel te nemen er niet onder uit komen om op het proces te reageren. Een voorbeeld was een open brief van verschillende kopstukken waaronder voormalige presidentskandidate Clementine Autain die in het verleden uiterst kritisch waren over de LCR. Een ander voorbeeld is een uitgave van het radicaal linkse blad Mouvements waarin een reeks opinieleiders ter linkerzijde van de PS hun visie op de NPA gaven. De bijdragen kwamen onder andere van leden van de Groenen en Communistische Partij en van Francois Sabado van de LCR.
De NPA is niet de enige uitdrukking van de stormachtige politieke dynamiek. Er doen zich ook ontwikkelingen voor in de CP en er is een oproep van het radicaal linkse weekblad Politis dat een aanzienlijk gehoor heeft gevonden. Maar de NPA – op het congres zal een naam gekozen worden – is de meest dynamische kracht op links geworden. Een proces van hergroepering zal deze NPA niet kunnen negeren.
Reactie toevoegen