Het recente offensief van het Israëlische leger in de Gazastrook staat in het verlengde van de zionistische politiek die sinds lang het Palestijnse verzet kapot tracht te maken. De dramatische balans van drie weken intensieve bombardementen (meer dan 1300 doden en meer dan 5000 gewonden) laat zien welk geweld gebruikt wordt door het Israëlische leger, dat zeer destructieve wapens gebruikte en zich schuldig maakte aan vele oorlogsmisdaden.
Het offensief, dat lang op voorhand gepland was, had niet de bedoeling 'de raketaanvallen te stoppen' of 'respect af te dwingen voor het staakt-het-vuren.' De raketaanvallen veroorzaakten minder dan twintig slachtoffers in tien jaar tijd, terwijl het staakt-het-vuren afgesloten tussen Israël en Hamas in juni 2008 nooit gerespecteerd werd door Israël. De Israëlische staat handhaafde de blokkade tegen Gaza en doodde in november nog Hamas-militanten. In dergelijke omstandigheden hebben de Palestijnen het recht om zich te verdedigen en zich te verzetten tegen de bezetting, met inbegrip van het gebruik van geweld.
Israël heeft andere doelstellingen. Eens te meer wil het aan de Palestijnse bevolking en de verzetsbeweging tonen dat Israël de enige meester van het spel is: de enige mogelijke 'vrede' is een vrede die opgelegd wordt onder de voorwaarden vastgelegd door de zionistische staat, wat de miskenning van de nationale rechten van de Palestijnen impliceert. Iedereen die zich tegen deze logica verzet, stoot op onbeperkte repressie van het Israëlische leger.
Recente gebeurtenissen bevestigen het: de zionistische staat tolereert de Palestijnen niet, tenzij ze hun nationale rechten afzweren en aanvaarden te leven in geïsoleerde delen van Palestina of in vluchtelingenkampen in het buitenland. Israël wil enkel onderhandelen met Palestijnse vertegenwoordigers als deze bereid zijn zich over te geven aan 'vredes'voorwaarden die niet in tegenspraak zijn met de zionistische doelstellingen en belangen.
De imperialistische landen, vooral de Europese Unie, steunden Israël openlijk of impliciet. De Verenigde Staten oefenden tijdens de transitieperiode tussen de twee administraties geen druk uit op het Israëlische leger om het offensief te stoppen. De staten van de Arabische Liga waren verdeeld en waren voor het grootste deel onderdanig aan het imperialisme, en niet in staat een gemeenschappelijke positie in te nemen, terwijl Egypte zijn rol speelde als partner van Israël en van de imperialistische machten.
Er waren nochtans vele reacties die Israël veroordeelden en het Palestijnse volk steunden. Over de hele wereld kwamen tien- en zelfs honderdduizenden mensen op straat om te betogen. Bepaalde landen, zoals Venezuela en Bolivia, stuurden de Israëlische ambassadeur de laan uit. Overal, zelfs in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, werden oproepen geformuleerd voor een boycot en sancties tegen Israël.
De Vierde Internationale spreekt opnieuw zijn onvoorwaardelijke steun aan het Palestijnse volk en de strijd voor zijn rechten uit: het recht op zelfbeschikking zonder externe inmenging, het recht op terugkeer voor de vluchtelingen of compensatie voor zij die erom vragen, gelijke rechten voor de Palestijnen van 1948. Daarenboven bevestigen we opnieuw de noodzaak van de emancipatie van de Arabische volkeren, van de ontmanteling van de zionistische staat, die een racistisch en koloniaal project vertegenwoordigt ten dienste van het imperialisme, en van een politieke oplossing waarbij alle volkeren van Palestina (Palestijnen en Israëlische joden) kunnen samenleven met volledige gelijkheid van rechten.
Om deze doelstelling te bereiken, moeten we dringend de solidariteitsbeweging met het Palestijnse volk versterken, en ons concentreren op vijf centrale eisen waarover iedereen het eens is binnen de Palestijnse nationale beweging: onvoorwaardelijke, onmiddellijke en totale terugtrekking door het Israëlische leger uit de sinds 1967 bezette gebieden, met inbegrip van Oost-Jeruzalem, de ontmanteling van alle kolonies gebouwd sinds 1967, de vernietiging van de scheidingsmuur, de bevrijding van de 11.000 politieke gevangenen die worden vastgehouden in Israël, en de onmiddellijke en onvoorwaardelijke opheffing van de blokkade van Gaza.
We moeten in het bijzonder aandacht hebben voor de eisen van de Palestijnen van 1948; zij vragen volledig gelijke rechten en vrije toegang tot grond en water. De recente Israëlische verkiezingen en de hoge score die behaald werd door Lieberman, een openlijke voorstander van de verdrijving van de Palestijnen van 1948, betekenen een enorm risico voor deze bevolkingsgroep. De solidariteitsbeweging heeft de plicht om hier gehoor aan te geven. We moeten ook de Israëli ondersteunen die strijden tegen de bezetting, de oorlog en de zionistische politiek in het algemeen.
Tenslotte is het volgens ons essentieel om de campagne voor boycot, desinvestering en sancties tegen Israël op te voeren. Deze campagne werd gelanceerd in 2003 door meer dan 170 NGO’s, verenigingen en Palestijnse partijen. Deze eisen geven de mogelijkheid om de solidariteitsbeweging verder op te bouwen met het doel de medeplichtigheid van regeringen en grote kapitalistische groepen aan te klagen. De recente en komende successen van deze campagne kunnen een rol spelen in de verzwakking van de zionistische staat en de voorwaarden creëren voor de versterking van het Palestijnse en anti-imperialistische kamp. In deze strijd is het noodzakelijk om tegelijkertijd alle racistische, antisemitische en islamofobische tendensen te bestrijden.
Reactie toevoegen