Dit interview vond plaats in juli 2005. De crisis waar sprake van is brak uit in toen juni dat jaar de zogenaamde 'Hello Garci' opnames opdoken. Daarop is te horen hoe presidente Gloria Macapagal Arroyo, in de periode dat de stemmen van de verkiezingen van 2004 geteld werden, belt met de voorzitter van de kiescommissie, Virgilio Garcillano, om zich ervan te verzekeren dat ze zal winnen.
Het ontstaan van de RPM-M.
'De RPM-M is het resultaat van onze strijd tegen stalinisme en de stalinistische opvattingen over partij-opbouw zoals deze in de praktijk worden gebracht worden door de Communist Party of Philippines (CPP) In de late jaren '70, vroege jaren '80 waren we leden van de CPP. In noord westelijk Mindanao (het meest zuidelijke deel van de Filippijnen) begonnen we toen met het opbouwen van de partij, onder de naam van het Torka Noordwestelijk Regionaal Partijcomité. Dat was praktisch voor het eerst dat er partij werk werd verricht in dit deel van het land. Al vroeg, tijdens de eerste helft van de jaren tachtig, liepen we tegen problemen in de partij op, voelden we dat er iets mis zat. We hadden problemen met ons werk in massa-organisaties en de opbouw van de partij. Het werd voor onsduidelijk dat de analytische schema's en begrippenkaders van de partij, die zeer maoïstisch en stalinistisch waren, geen antwoord konden geven op onze vragen. Toen halverwege de jaren tachtig de eerste People Power revolutie, EDSA I (de opstand die de dictator Marcos verdreef) plaatsvond profiteerde de partij hier niet van. De landelijke leiding vertelde ons dat het onze tijd nog niet gekomen was, dat we moesten wachten. Maar op dat moment hadden wij het voortouw kunnen nemen. Wij, de CPP in dit geval dus, waren degene die begonnen waren met het organiseren van het verzet tegen Marcos. In heel het land was de CPP de belangrijkste tegenstander van de dictatuur. Hier op Mindanao konden we een dag tevoren tot een staking oproepen en heel het eiland verlammen. En net op het moment dat de dictator verdreven werd, stonden we niet in contact met de massabeweging.'
Waarom verloren jullie het contact?
'In mijn ogen slaagde de partij er niet in om politiek leiding te geven omdat zij twee fouten maakte. Ten eerste werd de situatie in het land foutief beoordeeld, ten tweede werd de rol van de partij niet juist ingeschat. Hierdoor werden er vergissingen gemaakt in de keuze van strijdmethodes. Bijvoorbeeld, het Centraal Comité besloot de verkiezingen die door Marcos waren uitgeroepen te boycotten maar deze hadden een uitgelezen kans voor ons kunnen om zijn invloed te verwerven. Na het debacle van 1986 begon er intern een debat. Ik zei al dat we al eerder onze twijfels hadden maar deze hielden we voornamelijk voor onszelf, in de regionale afdeling. Na EDSA I probeerden we een discussie in de partij te beginnen. Dit debat duurde van de late jaren '80 tot de vroege jaren '90.'
Wat voor kwesties werden besproken?
'We bespraken de relevantie van maoïsme voor de Filippijnen en de maoïstische analyse van het land als semi-feudaal. Deze analyse was sinds de jaren '60 ongewijzigd en wij hadden vraagtekens bij het semi-feodale karakter van de Filippijnse samenleving. En we hadden kritiek op de on-democratische partijstructuur. We riepen op tot een nationaal partijcongres. Sinds het oprichtingscongres van 1968 was er geen nationaal congres meer geweest! Wij wilden een congres om de grondslagen van de partij te heroverwegen. Maar het Centraal Comité accepteerde dit niet. Zij publiceerden een document waarin ze de oude dogma's opnieuw bevestigden en fouten uit het verleden goedpraatten of op andere kameraden afwentelden.'
Dit was 'Re-affirm our basic principles and correcting errors' van Jose Maria Sison?
'Inderdaad. Dit gebeurde in 1992. De manier waarop met de interne kritiek werd omgegaan was totaal niet democratisch, het Re-affirm document werd gewoon opgelegd aan de partij. Het gevolg was chaos. Wij konden het document niet accepteren, het ging niet in op de gemaakte kritiek. Ik denk dat de landelijke leiding van de partij, vooral het deel dat in het buitenland, zoals Nederland, gebaseerd is, zich toentertijd zo onzeker voelde dat ze het gewoon niet aandurfden om een congres bij elkaar te roepen. Wat ze in plaats daarvan deden was mensen met kritiek, zoals mijzelf, van van alles te beschuldigen. Ze beschuldigden ons van 'adventurisme' en dat we voorstanders waren van een insurrectionalistische strategie en de zogenaamd juiste, maoïstische strategie van 'langdurige volksoorlog' afwezen. Volgens hen boekte de partij successen in de gewapende strijd. Toentertijd was de leiding bezig met het regulariseren van de guerrillastrijders in een full-time leger. Voor hen is de gewapende strijd de voornaamste vorm van strijd. Voor ons was het een van verschillende strijdvormen. We probeerden verder te kijken dan het fundamentalistische maoïsme dat de officiële lijn was maar dachten er nog niet aan de parij te verlaten.'
Maar uiteindelijk waren jullie niet langer CPP leden...
'Inderdaad, we werden geroyeerd, zonder enige vorm van proces. Ik las in de partijkrant dat ik geroyeerd was. Ze namen niet eens de moeite om een reden te geven.'
Wanneer gebeurde dit?
'In 1993 of 1994, daar ben ik niet zeker van. Er werden nog veel meer mensen geroyeerd en de geroyeerde kameraden probeerden te hergroeperen. In ons gebied, in Mindanao, probeerden we iets nieuws te organiseren. In 1994 stonden bijna alle leden van de CPP, inclusief de gewapende eenheden, aan onze kant. Dus toen de stalinisten in het offensief gingen tegen de critici was deze regio de enige waar de revolutionaire beweging niet versplinterd werd. We noemden onze organisatie de People's Communist Party. We namen afstand van stalinistische opvattingen over partij-opbouw en de maoïstische analyse van het land maar bleven trouw aan de principes van Lenin. We geloofden dat we niet in staat zouden zijn de strijd voort te zetten als we ons beperkten tot Mindanao. We probeerden in contact te komen met kameraden in andere delen van het land. Tijdens dit proces van contacten leggen ontdekten we de Vierde Internationale. We nodigden kameraden van de Vierde uit om ons informatie over hun opvattingen te geven. We waren op zoek naar nieuwe ideeën, we waren hongerig op zoek naar niet-stalinistische alternatieven. We begonnen met het sturen van mensen naar scholingen van de Vierde. We zijn ervan overtuigd dat we alleen succesvol tegen neoliberale globalisering kunnen strijden als we internationaal samenwerken. De strijd kan niet beperkt blijven tot deze regio of zelfs tot het land, om succesvol te zijn moet de strijd wereldwijd zijn.'
Wanneer werd jullie partij formeel lid van de Vierde?
'In 1995 woonde ik al het 14de congres van de Vierde bij en in 1997 of 1998 kregen we de status van 'permanent observers'. Ook al waren we formeel nog geen lid, het was voor ons een erg positieve en productieve relatie. In 2003, tijdens het 15de congres, werden we formeel lid. Tegen deze tijd droeg onze organisatie de naam de naam die ze nu heeft, de Revolutionary Workers' Party – Mindanao of Rebolusyonaryong Partido ng Manggagawa – Mindanao.'
Hoe is de RWP-M ontstaan? Ze komt niet direct voort uit de PCP, toch?
'Nee, dat klopt. In 1998 probeerden we een nationale partij op te richten. Ondanks de naam was de PCP geen echte partij. Dus we organiseerden het eerste congres van de 'Revolutionary Workers Party of the Philippines'. Dit congres nam nieuwe statuten en een nieuw programma aan, sterk beïnvloed door het trotskistische overgansprogramma. Dat was dus een groot verschil met de maoïstische opvatting van een revolutie in fases, met als eerste fase een nationaal-democratische oftewel burgerlijk democratische etappe. Wij vatten onze strijd op als een anti-imperialistische strijd die we in wereldwijde samenwerking met progressieve en marxistische organisaties moeten voeren. En ondertussen moeten we blijven opkomen voor elementaire democratische rechten in ons land. We probeerden de overblijfselen van maoïsme en stalinisme af te schudden. Dit betekende ook dat we meer aandacht begonnen te geven aan legale massawerk in plaats van ons alleen op de gewapende strijd te concentreren. We waren tot de conclusie gekomen dat we niet de macht konden veroveren door enkel gewapende strijd te voeren, er zijn allerlei vormen van strijd voor nodig. Waaronder deelname aan verkiezingen. De RPM-P begon ook met vredesonderhandelingen met de regering. Dat accepteerden we omdat we het als een mogelijkheid zagen om de levens van mensen te verbeteren. Maar de RPM-P sectie op Mindanao had bezwaren tegen de manier waarop er onderhandelt werd. Beslissingen werden op zeer ondemocratische wijze genomen, soms hoorden we er pas achteraf over. En het resultaat van de verkiezingen was voor ons onacceptabel. We beschouwden de uitkomst als een overgave met behoud van wapens. Toentertijd was ik deel van de nationale leiding en ik probeerde deze bezwaren naar voren te brengen maar ik was geïsoleerd en in de minderheid. Daarom besloot ik uit het bestuur te stappen. Andere kameraden wilden de RPM-M ook verlaten vanwege de on-democratische manier van werken en omdat ze ontevreden waren over de uitkomst van de onderhandelingen. We vroegen de Vierde om advies en naar hun mening over de onderhandelingen. De Vierde stuurde een kameraad naar Mindanao om de documenten te bestuderen. Ik denk dat deze voor zich spraken. Ze laten zien dat het resultaat van de onderhandelingen een vereniging met de regering is, dat er beloofd werd samen te werken voor het uitvoeren van de neoliberale agenda. Onze kameraden buiten de Filippijnen hoefden dus niet lang te na te denken en steunden ons. Toen hebben we de RPM-M opgericht.'
Wat zijn de vooruitzichten voor de RPM-M?
'Sinds kort zijn we begonnen met het uitbreiden van ons werk naar de noordelijke delen van het land, buiten Mindanao. We zijn nieuwe contacten aan het opbouwen, ons doel is om een landelijke organisatie te hebben. Op het moment zijn we actief in heel Mindanao. We hebben onze gewapende tak in stand gehouden, deze heet het Revolutionary People's Army. We hebben ook geholpen met opzetten van een strijdmacht van de inheemse bevolking zodat deze zich kunnen verdedigen. Een hoeksteen van onze analyse is dat er drie volkeren zijn in de Filippijnen; de meerderheid van Christenen, de Moslims of Moro zoals ze op Mindanao heten en de inheemse bevolking, de Lumad. Wij zijn van mening dat deze drie allemaal met specifieke problemen te maken hebben en ieder op verschillende wijze te kampen hebben met onderdrukking. Daarom moeten we de verschillen tussen deze groepen niet uit het oog verliezen. Het zwaartepunt van ons werk ligt momenteel bij jongeren. Onze meeste nieuwe leden zijn jongeren. En we werken goed samen met de inheemse bevolking. Andere terreinen waarop we actief zijn, zijn de vrouwenbeweging en het organiseren van Filippijnse arbeidsmigranten in het buitenland. Bijna 30% van de bevolking werkt in het buitenland. Het geld dat zij binnen brengen is de kurk waar de economie op drijft. Sommige van onze kameraden in Europa proberen migranten aldaar te organiseren. We onderhandelden met de regering maar sinds de uitbraak van de crisis in de regering Arroyo lijken ze er niet echt in geïnteresseerd te zijn deze voort te zetten en tot nu toe zijn de resultaten minimaal. We moeten op onze hoede blijven, niet alleen voor de regering maar ook voor de stalinisten. Deze bedreigen ons continue en ze hebben al verschillende van onze kameraden vermoord. Ik ben bang dat we ze onderschat hebben, we hadden niet gedacht dat ze zo gewetenloos zouden zijn. De regionale bevelhebber van de RPA werd door hen vermoord toen hij contact met ze zocht. Hij dacht dat hij met ze kon praten, ze waren immers ooit kameraden. We hebben wat dat betreft een harde les geleerd. Op dit moment zijn we natuurlijk ook actief in de beweging tegen Arroyo.'
De RWP-M roept op tot een 'revolutionaire overgangsregering' als alternatief voor Arroyo. Wat houdt dit precies in?
'Het onmiddelijke doel is de president kwijt te raken. Maar we willen niet dat Arroyo vervangen wordt door de vice-president of door iemand anders uit de elite. Dat is wat tot nu toe altijd gebeurde na de 'People Power' revoluties. Een lid van de elite werd verjaagd maar we kregen er een andere voor in de plaats die in wezen hetzelfde beleid bleef voeren. Teleurstelling over deze gang van zaken is een van de redenen waarom de protesten dit keer beperkt blijven. Mensen hebben de hoop opgegeven. We hebben al zoveel regeringswisselingen gehad en ze maakten zo weinig uit. Daarom stellen wij een overgangsregering voor, gevormd door leiders van de anti-Arroyo beweging. Zo'n regering zou binnen 6 maanden nieuwe en eerlijke verkiezingen moeten organiseren maar al daarvoor een aantal minimum maatregelen uitvoeren. De betaling van de buitenlandse schuld moet teruggeschroefd of stopgezet worden. De Filippijnen hebben op het moment een schuld van 432 miljard pesos, zo'n 7,75 miljard dollar. De helft van het nationale budget gaat naar rentebetalingen. Andere maatregelen die meteen genomen moeten worden zijn het stopzetten van de militarisering van bepaalde gebieden, het uitvoeren van een anti-corruptie programma en hervorming van de grondwet om deze meer democratisch te maken. Zo'n overgangsregeling zou niet meteen het socialisme invoeren maar in ieder geval de democratie versterken en dat is een vooruit naar stap naar socialisme. Het zou nieuwe mogelijkheden bieden.'
Werkt Filippijns links samen in de beweging tegen Arroyo?
'Ja, de stalinisten natuurlijk niet maar de rest wel. We voeren samen strijd tegen de regering en daardoor groeit het geheel van niet-stalinistisch steeds dichter naar elkaar. Kort voor de huidige crisis, in mei, vond de eerste bijeenkomst van Nieuw Democratisch Links plaats, een bijeenkomst van revolutionaire partijen en organisaties voortgekomen uit de CPP. Na de splitsing zijn we uit elkaar gedreven maar onze verschillen zijn niet groot en in onze gedeelde strijd leren we elkaar opnieuw kennen. Dat is een erg hoopvol teken.'
Reactie toevoegen