De bemiddeling van Turkije in het Soedanese conflict zou kunnen bijdragen aan vrede, maar zou de revolutionaire krachten marginaliseren.
Al meer dan twintig maanden woedt er oorlog in Soedan tussen de Soedanese Strijdkrachten (SAF) onder leiding van Burhan en de Snelle Strijdkrachten (RSF) onder leiding van Hemedti, met tienduizenden doden en zes miljoen ontheemden. Turkse bemiddeling zou een oplossing voor het conflict mogelijk maken.
Een Turks aanbod...
In tegenstelling tot de diplomatieke inspanningen onder leiding van de Verenigde Staten in samenwerking met Saoedi-Arabië, richt de Turkse bemiddeling zich op Burhan en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), die de RSF vanaf het begin sterk hebben gesteund, ook al ontkennen ze dat. Dit zou dus een onderhandeling zijn tussen twee regeringen. Het principe is geaccepteerd door Burhan, wiens legitimiteit dus is erkend. De VAE verklaarde: 'De Verenigde Arabische Emiraten zijn volledig bereid om samen te werken en de Turkse inspanningen en alle diplomatieke initiatieven te coördineren om een einde te maken aan het conflict in Soedan'. Een open formule, maar wel een die ervoor zorgt dat ze geen oorlogvoerende macht lijken te zijn.
...niet per se belangeloos
Turkije is een belangrijke speler aan het worden op het diplomatieke toneel. Het land trad op als een beslissende kracht bij de val van het regime van Bashar al-Assad in Syrië en onderscheidde zich met een diplomatieke overeenkomst die het geschil tussen Somalië en Ethiopië over Somaliland beslechtte.
Daarnaast verwelkomde Recep Erdogan tijdens de Soedanese revolutie de islamistische leiders van het voormalige regime van Omar el-Bashir, die samen met de SAF een sterke comeback maakten tegen de RSF. De Turkse leider is perfect op zijn gemak met het principe van politiek islamisme.
Het leiden van de vredesbemiddeling geeft hem niet alleen aanzien op het internationale toneel, maar is voor de Ottomaanse macht ook een manier om zich te positioneren als een belangrijke economische speler voor de toekomstige wederopbouw van het land.
Revolutionaire krachten marginaliseren
Het aanbod van Turkije werd mogelijk gemaakt door het groeiende diskrediet van de RSF, die als onderdeel van haar territoriale veroveringen etnische zuiveringen uitvoert met een ongekende wreedheid die doet denken aan de bloedbaden die begin jaren 2000 in Darfur plaatsvonden. Geconfronteerd met dergelijk geweld tegen de bevolking hebben de meeste gewapende groepen die aan het begin van het conflict strikt neutraal waren, zich aangesloten bij de SAF. De meest recente ontwikkeling was het overlopen van Salah Jok, een hoge commandant van het Soedanese Bevrijdingsleger (SLM/A) onder leiding van Abdelwahid al-Nur, die zich met enkele van zijn troepen bij de SAF aansloot.
Terwijl de Turkse bemiddeling een positieve factor is voor Burhan, zal het ongetwijfeld nadelige gevolgen hebben voor de Soedanese revolutionaire strijdkrachten, die de enigen blijven die humanitaire hulp kunnen bieden aan mensen in de conflictgebieden. Het risico bestaat dat er diplomatieke afspraken tussen staten worden gemaakt die ten koste gaan van de sociale en democratische rechten van het volk, doordat de mannen van de gehate voormalige regering weer in het zadel worden geholpen.
Dit artikel stond op L’Anticapitaliste. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.
Reactie toevoegen