Voetbal: van oorlog naar class war

Weinig sporten brengen de samenleving zo in beroering als voetbal. Ieder weekend reizen honderdduizenden mensen af naar het voetbalstadion om hun lokale club te ondersteunen. Het aantal ziekmeldingen op het werk toont een absolute piek op dagen dat het Nederlands elftal speelt. Wanneer het bestuur van een voetbalclub wanbeleid voert, kan zij rekenen op een eindeloze reeks acties, van ludiek tot hardere protesten.

Jan met de Pet
Voetbal is sinds jaar en dag volkssport nummer één. Wellicht is dat de reden dat diverse politieke organisaties proberen supporters aan zich te binden. Met wisselend succes. Natuurlijk zijn er de rechtse clubs die aan invloed willen winnen. Zoals de Engelse nazistische terreurorganisatie Combat 18, die in de jaren ’90 straatvechters onder hooligans trachtte te ronselen. Dichter bij huis waren er in het verleden racistische voetbalsupporters die bij clubs als FC Groningen of Feyenoord de sfeer kwamen verzieken. De in 1998 verboden fascistische partij CP’86 kon enige tijd op een redelijke aanwas vanuit supporterskringen rekenen.
Toch zijn er ook linkse organisaties en partijen die zich aangetrokken voelen tot dé sport voor Jan met de Pet. Neem de Engelse Class War Federation. Dit militante netwerk van anarchisten profileert zich op onderwerpen als arbeidersstrijd, directe actie, militant antifascisme, een sterke afkeer van de politie én de liefde voor voetbal. Hun Class War Magazine heeft een aparte sportpagina. Ieder nummer wordt ruim aandacht besteed aan voetbal, supporters, de steeds verdere vercommercialisering van het betaalde voetbal en acties tegen racisme in de sport.
In Nederland werpt de Socialistische Partij zich regelmatig op als de politieke belangenbehartiger van voetbalsupporters. Of het nu gaat om het verhuizen van de voetbalrechten van de NOS naar Talpa van John de Mol of het opkopen van kaarten voor zakenrelaties. Vrijwel iedere keer dat overbetaalde bestuurders de belangen van de gewone supporter verkwanselen, stelt de SP kamervragen of roert zij zich op andere wijze. Ook op lokaal niveau zijn er SP-afdelingen die hun nek uitsteken. Bijvoorbeeld wanneer er op de tribunes geen biertje mag worden gedronken en in de skyboxen wel. Of wanneer er parkeerplaatsen voor de VIP-gasten worden gereserveerd maar niet voor de normale supporters. Daarnaast lanceerde de SP enkele jaren geleden het initiatief echtefans.nl. Hiermee probeerde de partij voetbalsupporters van verschillende clubs te verenigen en nam zij stelling tegen ergerlijke maatregelen als het afschaffen van staanplaatsen en de verplichte combireizen. Helaas leidt dit initiatief momenteel een slapend bestaan.

Linkse supporters
Naast links dat zich op supporters richt, zijn er ook supporters die zich op links richten. Het beste voorbeeld zijn waarschijnlijk de supporters van St. Pauli. Deze Hamburgse voetbalclub, non-established since 1910, heeft sinds de jaren ’80 een naam als linkse cultclub. Racisme en nationalisme worden niet getolereerd in het Millerntor-stadion. Het bestuur van de club was het eerste in Duitsland dat zich officieel distantieerde van rechts-extremisme en nationalisme. Een van de weinige keren dat er door enkele ‘supporters’ een racistisch spreekkoor werd aangeheven, werden zij door andere supporters van de tribune verwijderd. Ook vonden in het verleden tal van confrontaties plaats met racistische supporters van andere Duitse voetbalclubs.
Ondanks deze gewelddadige incidenten zijn vriend en vijand lovend over de feeststemming die er in het stadion heerst. De Nederlandse supportersvereniging, Braun-Weisse Tulpen, prijst op haar website de “trouwe, humoristische en creatieve supporters”. Deze sfeer werpt zeker haar vruchten af. Geen enkele andere profclub in Duitsland kan rekenen op zoveel vrouwelijke supporters. Daarnaast is er een trouwe schare aan krakers, Wagenplatz-bewoners, punks, linkse skinheads, hippies en anti-fascisten onder de St. Pauli-achterban. Het onofficiële logo van de club, de piratenvlag, heeft onder grote groepen anti-fascisten een cultstatus. Bij menig anti-fascistisch protest in Duitsland kom je demonstranten tegen gekleed in T-shirts en truien van St. Pauli. Ook bekende linkse bands en zangers als de Asian Dub Foundation, Die Toten Hosen en Attila The Stockbroker zijn trotse St. Pauli supporters.
Een andere bekende club waar politiek een belangrijke rol speelt is FC Barcelona. Tijdens de fascistische dictatuur van Franco was de club voor veel Catalanen een belangrijk symbool in hun streven naar onafhankelijkheid en als uiting van afkeer van het Spaanse nationalisme. Tot op de dag van vandaag is de ontmoeting met aartsrivaal ( het ‘koninklijke’) Real Madrid, ook wel ‘de derby van het heelal’ genoemd, de belangrijkste wedstrijd van het seizoen. Onder Franco’s dictatuur werden spelers van Barcelona voorafgaande aan de derby bedreigd en namen scheidsrechters, onder druk van hogerhand, dubieuze beslissingen in het voordeel van Real.

Zelforganisaties
Los van de aandacht van politieke organisaties zijn voetbalsupporters een van de best georganiseerde groepen in Nederland. Vrijwel alle Nederlandse profclubs hebben naast de officiële supportersvereniging, fanzines, tifo-groepen (sfeermakers) en fansites ook onafhankelijke supportersverenigingen en klankbordgroepen. Niet zelden voeren deze acties tegen maatregelen en wanbeleid van het bestuur en de overheid. Of het nu gaat om het stilleggen van het grootste verkeersplein van de stad - NEC-Nijmegen, 2003 - of van de gehele wedstrijd - ADO Den Haag, 2006 -, menig aanhang draait er de hand niet voor om. Wie een kijkje neemt op de diverse websites van deze onafhankelijke supportersverenigingen ziet meteen dat ergernissen en strijdpunten grotendeels hetzelfde zijn. Het toeroepen van een halt aan de oprukkende commercie in voetbalstadions, de stijgende prijzen, invloed van investeerders en sponsors op beleid, dure combireizen, play-offs, aandeelhouders, et cetera.
In Engeland is de commercie al veel verder opgerukt. Waar in Nederland steeds vaker stadions worden verhandeld, gaan in Engeland complete voetbalclubs over de toonbank. Steeds meer clubs en stadions zijn volledig in handen van rijke investeerders die veelal geen enkele band met de club of aanhang hebben.
Een extreem voorbeeld hiervan is het Engelse Brighton & Hove Albion. Enkele jaren geleden verkocht een speculant de grond van de club. De supporters moesten bij gebrek aan een eigen thuisbasis voor iedere thuiswedstrijd meer dan 100 kilometer reizen. Zij organiseerden daarop demonstraties, acties en gingen bij de speculant in kwestie op ‘huisbezoek’. Een van de voortrekkers van deze acties was stadionomroeper en communistisch dichter/zanger Attila The Stockbroker. 'Het was een van de meest massale protesten van de werkende klasse in Engeland van de afgelopen jaren', vertelt hij. 'Door heel het land wisten mensen waar we mee bezig waren. Politiek en cultuur kruisten elkaar. Het feit dat ik voetballiefhebber ben, werd overlapt door het feit dat een of andere kapitalistische klootzak de club vernielde waar ik al zo lang van houd.'

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop