Zes jaar geleden, op 17 december 2010, offerde Mohamed Bouazizi zichzelf in de Tunesische stad Sidi Bouzid. Bouazizi wist niet dat hij door deze extreme vorm van protest niet alleen zichzelf, zijn stad, zijn provincie of zelfs alleen zijn Tunesische thuisland in brand zette, maar de hele Arabische regio. Sterker nog, zijn protest inspireerde miljoenen anderen - ‘van de oceaan tot de Golf’ zoals het gezegde was in de hoogtijdagen van het Arabische nationalisme – om tegen hun regimes en de status quo te protesteren.
De tragedie is dat deze golf van protesten niet de vernieuwing bracht die door de slagzin ‘Arabische Lente’ werd beloofd, maar wat volgde was meer van de oude ellende, in sommige gevallen verergerd tot een angstaanjagende hoogte. Daarom is het noodzakelijk om twee cruciale kwesties met betrekking tot de trieste toestand waaronder we de zesde verjaardag van de Arabische opstanden herdenken, te benadrukken.
Het eerste punt betreft een standpunt dat zich begrijpelijkerwijs in de Arabische regio heeft verspreid: de les van de afgelopen zes jaar is dat de oude orde, ondanks de grote problemen, beter was dan de opstand ertegen, omdat de opstand er alleen in geslaagd is een grotere ramp te creëren. Als we die logica op elk van de grote revoluties in de geschiedenis zouden toepassen door ze maar een paar jaar na hun begin te beoordelen, zouden we ze allemaal veroordelen. Als we de Franse Revolutie dus zouden bekijken vanuit het gezichtspunt waar ze zes jaar na de start in 1789 stond, zouden we een afschuwelijke situatie in Frankrijk aantreffen met een voortdurende burgeroorlog die honderdduizenden mensen doodde en een revolutionair regime dat tienduizenden executeerde tijdens een schrikbewind. Frankrijk ging later door een keizerlijke fase, gevolgd door het herstel van de monarchie die door de revolutie was omvergeworpen. Pas bijna een eeuw na het begin van de revolutie, stabiliseerde het republikeinse regime en nu is de verjaardag van de Franse Revolutie op 14 juli de grootste jaarlijkse gebeurtenis in het huidige Frankrijk. De Fransen herdenken hun revolutie als een glorieuze historische gebeurtenis, die door de meeste Franse historici wordt verdedigd tegen iedereen die hem kleineert door te proberen hem af te schilderen als een catastrofe.
Ook de Engelse Revolutie begon in 1642 met een burgeroorlog die tien jaar duurde tot 1651 en tweehonderdduizend mensen doodde op een totale bevolking van niet meer dan vijf miljoen, nog afgezien van de slachtoffers in Schotland en Ierland. Of kijk naar China; zes jaar na het begin van de revolutie in 1911 was er sprake van een extreme mate van verbrokkeling met uitgestrekte gebieden die onder controle van krijgsheren vielen. Daarom heeft het geen zin om een revolutie te beoordelen voordat haar historische doel is bereikt.
Van meet af aan was het mogelijk te voorspellen dat wat in de Arabische regio in 2011 begon, in feite een langdurig revolutionair proces is, dat vele jaren, of zelfs tientallen jaren zou duren en dat een nieuwe periode van langdurige stabiliteit niet bereikt zou worden zonder de opkomst van progressief leiderschap dat in staat is de Arabische landen uit de onoverkomelijke crisis te halen, waarin ze na tientallen jaren van rotten onder despotisme en corruptie terecht zijn gekomen.
Dit brengt ons bij het tweede punt dat we op deze verjaardag van de opstanden moeten benadrukken: zeggen dat het oude Arabische regime beter is dan de opstand ertegen, is hetzelfde als zeggen dat de opeenhoping van pus in een zweer beter is dan de zweer open te snijden om de pus eruit te laten. De tragedies waar we nu getuige van zijn, zijn niet het product van de opstand, maar in feite het resultaat van tientallen jaren ophoping van rot in het hart van het oude regime. De ‘Arabische Lente’ lokte de uitbarsting van deze ophoping, die onvermijdelijk vroeg of laat zou zijn gebeurd, uit. Hoe langer de uitbarsting werd uitgesteld, hoe meer rot zich ophoopte. Als er één ding te betreuren is aan de Arabische uitbarsting, dan is het niet dat het gebeurd is, maar dat het zo lang geduurd heeft voordat het gebeurde – zo lang, dat de oude Arabische orde er voor een groot deel in geslaagd is de Arabische samenlevingen te ontwrichten door middel van tribalisme, sektarisme en verschillende vormen van vriendjespolitiek. En niet te vergeten de tirannie, staatsterreur en in mindere mate de tegen-terreur uitgelokt door het geweld van de overheid.
Niemand zou over de oude orde moeten treuren alsof het een droom in plaats van een nachtmerrie was. Niemand mag het verleden betreuren alsof het in staat zou zijn geweest om voor altijd door te gaan. De les die uit de recente historische ervaring getrokken moet worden door al degenen die lijden of hebben geleden onder de Arabische orde die er tientallen jaren geweest is – en dit is de overgrote meerderheid van de inwoners van Arabische landen – is de nogal dringende behoefte aan een bevrijdend progressief alternatief voor het verrotte verleden dat zes jaar geleden begon af te brokkelen en niet zal ophouden in te storten, wat de regeerders ook zullen proberen om het te repareren. Het jaar 2016 getuigt van deze waarheid: er was niet alleen de tragedie in Aleppo, maar het begon met een lokale opstand in Tunesië en eindigde met enorme sociale mobilisaties in Marokko en Sudan.
Het gevaar dat de Arabische opstand bedreigt is niet de voortzetting van de revolutie – de beëindiging ervan zou inderdaad veel gevaarlijker zijn dan zijn doorzettingsvermogen – maar het blijven ontbreken van georganiseerde progressieve krachten die in staat zijn de grote historische uitdaging waarmee ze geconfronteerd worden, aan te gaan.
We zijn als een volk, dat uit het land van slavernij kwam en nu geconfronteerd wordt met de dreiging te verdwalen in de woestijn en aangevallen te worden door woeste beesten terwijl we het beloofde land zoeken. Om ons naar dit doel te leiden, hebben we behoefte aan een 'moderne Mozes’. Niet een heroïsche individuele leider, maar eerder een collectief emancipatorisch en democratisch pluralistisch project dat strijdt voor het beeld van de nieuwe maatschappij waar we naar streven.
Dit artikel verscheen in het Arabisch in Al-Quds al-Arabi. De Nederlandse vertaling door redactie Grenzeloos is gebaseerd op de Engelse vertaling door de auteur.
Reactie toevoegen