Wat drijft neofascistische bewegingen ertoe om, in verschillende mate, de realiteit van klimaatverandering, of in ieder geval het verband met menselijk gedrag, in twijfel te trekken?
Een recordbrekende hittegolf teistert een groot deel van Europa en Noord-Amerika. Klimaatverandering en opwarming van de aarde – waarvoor milieuwetenschappers al lang waarschuwen en dringende maatregelen eisen voordat het te laat is – worden steeds meer bevestigd. Het is op dit alarmerende moment voor de toekomst van de planeet en haar menselijke en dierlijke bewoners de moeite waard om ons af te vragen wat neofascistische bewegingen ertoe aanzet om in verschillende mate vraagtekens te plaatsen bij de realiteit van klimaatverandering, of in ieder geval het verband ervan met menselijk gedrag.
We hebben eerder opgemerkt dat 'het neofascisme de wereld naar de afgrond duwt met de flagrante vijandigheid van de meeste van zijn facties tegenover onmisbare milieumaatregelen. Daardoor wordt het milieugevaar nog verergerd, vooral nu het neofascisme de macht heeft overgenomen over de mensen die in verhouding tot hun aantal het meest vervuilen, namelijk de bevolking van de Verenigde Staten.' ('Het tijdperk van het neofascisme en zijn kenmerkende eigenschappen', Al-Quds Al-Arabi, 4 februari 2025).
Dat patroon van ontkenning van de ernst van de klimaatverandering is niet natuurlijk en ook niet intuïtief te begrijpen, in tegenstelling tot andere kenmerken van neofascisme, zoals nationalisme, etnicisme, racisme, seksisme en extreme vijandigheid tegenover emancipatorische sociale waarden. Wat drijft neofascistische bewegingen er dan toe om de steeds duidelijker wordende realiteit te ontkennen en, nog belangrijker, zich te verzetten tegen beleid dat gericht is op het bestrijden van klimaatverandering in een poging die te verzachten en te voorkomen dat de catastrofe nog erger wordt? Onderzoekers hebben drie belangrijke factoren geïdentificeerd die dat patroon verklaren. Eén heeft betrekking op het traditionele ideologische arsenaal van extreemrechts, terwijl de andere twee verband houden met de twee klassenpolen die het neofascistische gedrag bepalen: de brede sociale basis en de smalle economische elite, wier steun zij trachten te verwerven.
De eerste factor is gebaseerd op ultranationalisme, dat vaak tot uiting komt in 'soevereinistisch' en 'isolationistisch' beleid dat elke internationale overeenkomst verwerpt die de vrijheid van de natiestaat om zijn economisch en ander beleid te bepalen, beperkt. Dat gedrag bereikt zijn meest absurde niveau als het afkomstig is van het land dat de grootste invloed heeft op het vormgeven van internationale overeenkomsten en beleid, namelijk de Verenigde Staten. We hebben gezien hoe Donald Trump de terugtrekking van Washington uit het Klimaatakkoord van Parijs rechtvaardigde, als het resultaat van een samenzwering van de rest van de wereld om de vrijheid van Amerika om zijn economie te ontwikkelen, met name door de exploitatie van zijn natuurlijke hulpbronnen (steenkool, olie en gas), te beperken. De neofascistische afwijzing van internationale milieuovereenkomsten past dus in een algehele afwijzing van alle regels die vanuit ultranationalistisch perspectief de nationale soevereiniteit beperken.
De tweede factor bestaat uit het prikkelen van de gevoelens van de sociale achterban waarvan de neofascisten de electorale steun willen verwerven. Ze maken gebruik van de onvrede van sommige lagere inkomensgroepen over de veranderingen in levensstijl en de kosten die de bestrijding van de klimaatverandering met zich meebrengt. Die onvrede wordt zeker nog versterkt als neoliberale regeringen trachten de kosten van de strijd op te leggen aan groepen met een bescheiden inkomen, in plaats van aan het grootkapitaal, dat de belangrijkste verantwoordelijke is voor de milieuvervuiling.
Een treffend voorbeeld van een dergelijke poging is de extra belasting die de regering van de Franse president Emmanuel Macron in 2018 wilde heffen op motorbrandstoffen, een maatregel die vooral de lagere categorieën automobilisten zou treffen. Die poging leidde tot een van de grootste golven van volksprotesten in Frankrijk van deze eeuw, bekend als de gele hesjesbeweging. Een van de eisen van de beweging tegen de regering was om een belasting op de grootste vermogens in te voeren, in plaats van een extra last voor een groot deel van de bevolking.
Hier komen we bij de derde factor die de neofascistische houding ten opzichte van klimaatverandering verklaart. Een van de bekende kenmerken van het oude fascisme is dat het de steun van het grootkapitaal wilde winnen ondanks zijn demagogische 'populistische' retoriek, die beweerde op te komen voor de belangen van de lagere sociale klassen en in sommige gevallen zelfs 'socialisme' claimde – zoals het Duitse nazisme, waarvan de officiële naam dat label droeg. De samenzwering tussen fascisten en het grootkapitaal kwam voornamelijk voort uit de angst van laatstgenoemden voor de opkomst van de arbeidersbeweging, met haar sociaal-democratische en communistische vleugels, tijdens de economische crisis van het interbellum, de jaren waarin het fascisme ontstond.
Vandaag de dag echter, nu de arbeidersbeweging aanzienlijk is verzwakt door de neoliberale aanval en de technologische veranderingen, is de motivatie van het grootkapitaal om samen te spannen met neofascistische bewegingen niet defensief, maar offensief. We worden geconfronteerd met een soort grootkapitaal dat zijn monopolistische groei wil beschermen ten koste van het kleine en middelgrote kapitaal. Om dat te bereiken moet het zich ontdoen van de beperkingen die eerder waren opgelegd om monopolies in te perken, geïnspireerd door een economisch liberalisme dat zich inzet voor het behoud van concurrentie als de belangrijkste motor van de kapitalistische ontwikkeling. Vanuit dat perspectief wordt milieubeleid gezien als een beperking van de vrijheid van het kapitaal, een vrijheid die een intrinsieke tegenstrijdigheid inhoudt, aangezien volledige, onbeperkte vrijheid onvermijdelijk leidt tot het ontstaan van monopolies die diezelfde vrijheid ondermijnen.
Het meest prominente voorbeeld hiervan is Peter Thiel, een van de leidende kapitalisten in de VS en de belangrijkste voorstander en aanhanger van het neofascisme onder hen. Thiel was een van de meest fervente aanhangers van de presidentscampagne van Donald Trump en staat ook bekend als de politieke peetvader van vicepresident J.D. Vance, de quasi-officiële woordvoerder van de neofascistische ideologie in de regering-Trump.
Thiel verklaart schaamteloos zijn voorkeur voor monopolies, met het argument dat die onbeperkte technologische vooruitgang mogelijk maken door onbeperkte verrijking, terwijl hij zich verzet tegen milieubeleid omdat dat de internationale concurrentie zou beperken! Hij deelt die visie met de houders van Amerikaanse monopolies op geavanceerde technologieën en de toepassing daarvan in de handel en sociale media, die de recente campagne van Trump hebben gesteund en op hem rekenen om de beperkingen en belastingen te bestrijden die Europese regeringen hen willen opleggen. Trump heeft die taak bovenaan zijn agenda geplaatst in de handelsoorlog die hij tegen de rest van de wereld heeft verklaard.
Dit artikel stond op Al-Quds al-Arabi. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.
Reactie toevoegen