Volgens de vroege resultaten van maandag 26 september staat de rechtse coalitie op 43,9 procent. Gezien de mix van first past the post en proportionele stemming duurt het langer om de exacte zetelverdeling uit te werken. Alle prognoses geven echter een stevige meerderheid aan de rechtse coalitie, maar niet de twee derde die nodig is om de grondwet te wijzigen in een presidentieel systeem.
Giorgia Meloni, de leider van de postfascistische Fratelli d'Italia (Gebroeders van Italië), wordt de eerste vrouwelijke premier van Italië. Haar partij deed het zelfs beter dan de laatste openbare peilingen van een week of wat geleden. Ze is de politica die de traditionele fascistische slogan, Dio, Patria e Familgia (God, Vaderland en Familie) schreeuwde tijdens de neofascistische Vox-rally een jaar geleden in de Spaanse staat. Meloni zegt geen fascist te zijn, maar wil een soortgelijke aanpak als Orban, de extreem-rechtse leider van Hongarije. Ze zegt dat Mussolini een aantal ernstige fouten heeft gemaakt, zoals de 'rassenwetten', maar dat hij ook goede dingen heeft gedaan. Marine Le Pen, de Franse extreem-rechtse leider, heeft al laten weten blij te zijn met het succes van Meloni. De Italiaanse leider leidde een campagne waarin ze homo- en transrechten aanviel, de positieve hervorming van de sociale zekerheid, het basisinkomen, afwees, pleitte voor het tegenhouden van alle migrantenboten die in Italië aan land komen en benadrukte het idee van Italianen eerst, wat een confrontatie met de Europese Unie inhoudt.
De Fratelli d'Italia verzesvoudigden hun stemmen ten opzichte van 2018. Volgens de analyse over de overdracht van stemmen tussen verkiezingen door Conzorzio Opinio voor de RAI, de staatsomroep, kwam 40 procent van haar kiezers uit voormalige Lega-aanhangers. Meloni's politieke keuze om buiten de Draghi-regering van nationale eenheid te blijven heeft zijn vruchten afgeworpen. Salvini (Lega Nord) maakte deel uit van de regering en de Lega bleek weifelend en onduidelijk over haar beleid, met name in verband met de covid-pandemie. Nog eens dertien procent kwam van Berlusconi's Forza Italia en negen procent van de Vijfsterrenbeweging (M5S ). Tien procent van de stemmen onthield zich voorheen van stemming – het lijkt erop dat hard-rechts er beter in slaagde te winnen uit de enorme pool van niet-stemmers dan de Democratische Partij (PD), die deze tactiek als prioriteit had.
Het percentage niet-stemmers steeg naar 37 procent, tien punten slechter dan in 2018. Gewone mensen beschouwen het parlement als een circus-vertoning. Er zijn sinds 2018 drie totaal verschillende regeringen geweest – de Lega/M5S-coalitie van de populisten, vervolgens de PD/M5S en tot slot de Draghi-regering van bijna alle grote partijen sinds 2018. Dit betekent dat het vertrouwen in de politiek op een historisch dieptepunt is beland. Mensen ervaren toenemende ongelijkheid en een crisis in de kosten van levensonderhoud en zien dat hun stem nauwelijks telt.
Een ander verontrustend feit uit deze resultaten is dat Meloni in heel Italië de eerste partij is, behalve in het zuiden, waar ze zes punten achter staat op de M5S-score van 26 procent. Fratelli d'Italia heeft de hiërarchie binnen de rechtse coalitie volledig veranderd. Haar score is groter dan de gecombineerde resultaten van de Lega en Forza Italia. Als de resultaten gelijkmatiger waren geweest, hadden we misschien gezien dat er gemanoeuvreerd was om te voorkomen dat Meloni premier zou worden. De resultaten zijn zo slecht voor Salvini dat zijn leiderschap nu wordt bedreigd. Stromingen die de doelstellingen van de Lega willen beperken tot haar oorspronkelijke missie van regionale autonomie/onafhankelijkheid zijn al op oorlogspad.
Meloni voerde ook effectief campagne en maakte onmiddellijk korte metten met elke vertoning van fascistische gebaren, door een kandidaat te dumpen die de Romeinse groet bracht. Ze nam consequent een pro-westers standpunt in over de oorlog in Oekraïne, in tegenstelling tot Berlusconi, die zelfs beweerde dat Poetin Zelensky gewoon wilde vervangen door wat betere mensen! Salvini werd ook bezoedeld door zijn vroegere banden met Poetin – er is een foto waarop hij een Poetin t-shirt draagt en zijn partij had allerlei dubieuze financiële deals met Moskou. Meloni profiteerde ook van het feit dat ze nieuw (een opgeknapt merk) was, niet betrokken was bij de politiek van de afgelopen vier jaar en van het feit dat ze de eerste vrouwelijke premier wilde worden.
Haar economisch beleid is stevig verankerd in de neoliberale aanpak van eerdere Italiaanse regeringen en ze heeft haar venijnige aanvallen op de EU afgezwakt. Meloni wil zich profileren als een minister-president zoals die van de andere partijen. Ze zal echter proberen Italië in de richting van een Orban-achtige samenleving te sturen, in de zin van een fel antimigrantenbeleid, een oorlog tegen alles wat ze als 'woke' definieert en een ontmanteling van de bijstandsuitkering. Ze wil de bijstand vervangen door een systeem dat gebaseerd is op steun aan bedrijven die werklozen in dienst nemen. Een presidentieel systeem zoals in Frankrijk is ook een van haar campagnebeloften, maar daarvoor heeft ze een massale meerderheid nodig in het parlement. Een presidentieel systeem leent zich beter voor een Orban-achtige regering. Haar succes zal een aanmoediging zijn voor alle extremere fascistische groeperingen zoals Forza Nuova en andere, die haar als een vriend binnen de officiële instituten zullen zien. Eventuele nieuwe mobilisaties van werkende mensen zullen te maken krijgen met een ijzeren hand.
Enrico Letta en de PD hebben hun steun min of meer behouden, maar zijn ambitie was de grootste partij te worden en de rechtse coalitie van Meloni een halt toe te roepen. Hij heeft op beide fronten jammerlijk gefaald en zijn leiderschap zal op het komende congres waarschijnlijk zwaar onder druk komen te staan. Hij is er niet in geslaagd een coalitie te vormen met gematigde neoliberalen als Calenda (Azione) en Renzi (Italia Viva). Hij kwam terecht bij de linkse satellieten van de PD, Sinistra Italia/de Groenen. De hele manoeuvre zag er onhandig uit. Calenda/Renzi bleven weliswaar achter bij hun doelstelling van tien procent, maar haalden wel ongeveer acht procent en 37 procent van hun kiezers kwam van de PD. Sinistra Italia/de Groenen wisten ook de drempel van drie procent te overschrijden om parlementsleden te krijgen, dus de PD verloor ook een beetje aan de linkerkant.
De Italiaanse politiek vertoont enige overeenkomsten met de recente Britse situatie, waarin de kapitalistische klasse, geconfronteerd met Brexit en de economische, gezondheids- en ecologische crises, worstelt om een stabiele politieke hegemonie op te bouwen. De Italiaanse paradox is dat de ex-communistische partij, de PD, de enige stabiele partij is. Alle andere grote partijen gaan van verkiezing tot verkiezing spectaculair op en neer. Tegelijkertijd is het in veel opzichten ook de partij die het meeste vertrouwen geniet van het establishment. Ze was de meest enthousiaste aanhanger van Draghi. De mislukking van Letta zal binnen de partij echter ook een debat op gang brengen over het opnieuw smeden van een coalitie met de M5S, die zich bij deze verkiezingen als enigszins links profileerde.
Een verrassing van de campagne en de resultaten was de opleving van de M5S. Haar parlementaire vertegenwoordiging was in de loop van vier jaar gehalveerd door splitsingen en overlopers. Conte leidde de campagne zonder de historische leiders en Beppe Grillo (komiek en oprichter) hield zich stil. Di Maio, de minister van Buitenlandse Zaken en leider van de laatste splitsing, werd in de regio Napels verslagen door een M5S-kandidaat en zijn fractie, Impegno Civico (Burgerzin), haalde de drempel van drie procent niet. De campagne van Conte was vooral gericht op de verdediging van het kenmerkende beleid van de partij, het basisinkomen. Dat was populair, vooral in het zuiden, dat armer is en waar meer mensen ervan profiteerden. Hij nam zelfs andere progressieve ideeën over, zoals een kortere werkweek. Natuurlijk, deze partij zit sinds 2018 in de regering en heeft veel neoliberaal beleid erdoorheen gejast. Maar politiek gezien is het momenteel moeilijk om te zeggen dat er veel verschillen zijn met het beleid van de PD.
Di Magistris en het radicaal-linkse alternatief, Union Popolare (Volkseenheid), haalden de drempel van drie procent niet, ondanks de voorbeeldige mobilisatie van activisten om hen op het stembiljet te krijgen. Het kreeg min of meer hetzelfde aantal stemmen als gelijkwaardige groepen in 2018. Een aantal mensen die ik ken en die kritisch stonden tegenover de gematigde lijn van de PD kozen voor Conte en het relatieve succes van Sinistra Italia/de Groenen moet het voor de Union Popolare moeilijk hebben gemaakt om echt van de grond te komen. Haar resultaten weerspiegelen de nederlagen en de geringe activiteit van de arbeidersbeweging. Er vinden wel protesten en radicale acties van werknemers plaats om hun banen te verdedigen, zoals bij Whirlpool of GKN, maar de nationale vakbonden slagen er niet in die strijd te veralgemenen omdat ze deel uitmaken van de besprekingen over het Plan voor Nationaal Herstel en Veerkracht, waarvoor de EU 200 miljard uittrekt. Het lijkt erop dat er geen snelle electorale alternatieven zijn voor de geduldige wederopbouw van het verzet en de strijd.
Deze verkiezingsuitslag is een nederlaag voor werkende mensen. Vooral migranten, homoseksuelen en transgenders liggen onder vuur. We moeten niet te paniekerig zijn. Post-fascisten hebben in Italië al eerder in de regering gezeten. Een fascistische staat zal de komende maanden niet worden opgelegd, maar we zien wel alle kenmerken van een sluipend fascisme. Het is mogelijk dat meningsverschillen tussen partijen van de rechtse coalitie tot een politieke crisis leiden, hoewel de zwakte van de Lega en Forza Italia dat minder waarschijnlijk maakt. Gezien de toestand van de politieke oppositie in het parlement, ziet het ernaar uit dat alleen mobilisatie op straat, in de gemeenschappen en op de werkplekken de zaken zal keren.
Dit artikel stond op Anticapitalist Resistance. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.
Reactie toevoegen