Strijd voor werk en ontslagbescherming

Toen we in 2004 op het Museumplein stonden ging het niet alleen om behoud van het recht op een goed prepensioen. Ook de afbraakplannen van het kabinet Balkenende ten aanzien van de sociale zekerheid (WAO en WW) speelden een belangrijke rol. De aanpassing die er zijn geweest omtrent de Werkloosheidswet (WW) en ontslag hebben weinig aandacht gekregen. Een ruime meerderheid van de tweede kamer stemde in met de nieuwe WW. Alleen oppositiepartijen als GroenLinks en de SP stemden tegen. De Werkloosheidswet verandert op een paar punten. Zo wordt bijvoorbeeld de referte-eis aangepast. En ook werd de duur en hoogte van de uitkering teruggebracht. Daarnaast wordt het verwijtbaarheidscriterium versoepeld.

Veranderingen
De referte-eis heeft te maken met het arbeidsverleden. Om voor een WW-uitkering in aanmerking te komen, moest je voldoen aan de 'vier uit vijf' eis (vier jaar hebben gewerkt gedurende vijf jaar voorafgaande aan werkloosheid) en de '26 uit 39' eis (26 weken hebben gewerkt in een periode van 39 weken). Deze eis wordt veranderd en gaat naar '26 uit 36'. De duur van een WW-uitkering wordt verkort van maximaal vijf jaar naar maximaal 38 maanden. Voor elk jaar dat je hebt gewerkt, heb je recht op één maand uitkering. Een uitkering van 38 maanden krijg je dus alleen als je 38 jaar hebt gewerkt.
Ook de hoogte van de WW-uitkering verandert. De eerste twee maanden is de uitkering niet langer 70 maar 75 procent van het laatstverdiende loon. Vanaf de derde maand is de hoogte 70 procent. Wie zelf ontslag neemt, heeft geen recht op WW. Dat blijft zo. Maar een werknemer is alleen nog maar verwijtbaar werkloos als hij of zij zich dusdanig heeft misdragen dat het de werkgever niet kwalijk kan worden genomen dat hij de werknemer heeft ontslagen. Het is dus niet langer nodig om als werknemer tegen een ontslag te protesteren om gewoon recht te hebben op een uitkering.

Ontslagbesluit
Volgens minister de Geus is daarmee een belangrijke mijlpaal bereikt, maar wacht nu de volgende klus: versoepeling van het ontslagrecht. Op een aantal punten zijn al sinds 1 maart wijzigingen doorgevoerd.
Sinds 1 maart van dit jaar geldt het zogenaamde afspiegelingsprincipe. Het personeel van de categorie uitwisselbare functies wordt ingedeeld in vijf leeftijdsgroepen. De verdeling van de ontslagen over de leeftijdsgroepen dient zo plaats te vinden dat de leeftijdsopbouw voor en na een reorganisatie ongeveer gelijk blijft. Overigens komt binnen elke leeftijdsgroep de werknemer met het kortste dienstverband als eerste voor ontslag in aanmerking. Vóór 1 maart 2006 mocht de werkgever zelf kiezen of hij zich baseerde op last in, first out of op het afspiegelingsprincipe. De ontslagpraktijk wees uit dat in meer dan tachtig procent van de gevallen last in, first out werd toegepast.Een tweede verandering betreft de toets op bedrijfeconomische noodzaak door het CWI. Vanaf 1 maart 2006 vervalt deze toets indien bij een collectief ontslag van twintig of meer werknemers de werkgever een verklaring overlegt van de belanghebbende vakbonden. Daar moet in staan dat de door de werkgever aangevoerde redenen leiden tot het vervallen van het door de werkgever voorgestelde aantal arbeidsplaatsen. Overigens zal het CWI in dergelijke gevallen wel blijven toetsen op de ontslagvolgorde en de inspanningen tot herplaatsing. FNV Bondgenoten heeft al aangekondigd dat ze uiterst terughoudend zal zijn in het afgeven van zo'n verklaring.

Overleg in de SER
In 2004 gooide minister Brinkhorst nog olie op het vuur door te roepen dat Nederlanders lui waren en langer moesten werken. Het publieke debat verharde zich - het overleg over de herziening van de WAO was eerder dat jaar vastgelopen in de SER. Men zat in een patstelling, dus er kon ook makkelijk met modder gegooid worden. Het poldermodel lag op zijn gat. Na de acties in 2004 zijn de overlegverhoudingen weer 'zakelijk'.
Dat wil niet zeggen dat het allemaal geruisloos verloopt. FNV- Bondgenoten heeft in de FNV lang dwarsgelegen tegen een aantal verslechteringen in de WW. Met name de beperking van de duur van de uitkering naar 38 maanden was een struikelblok. Jammer genoeg stond Bondgenoten alleen in het federatiebestuur. Naar aanleiding hiervan is weer de discussie gevoerd of er in dergelijke zwaarwegende meningsverschillen weer een referendum onder de leden zou moeten komen. Het idee lijkt een stille dood te sterven, maar geeft in ieder geval blijk van besef dat dit soort zaken niet in kleine kring geregeld moeten worden.
Een aantal zaken zoals de hoogte van ontslagvergoedingen ('gouden handdrukken') en veranderingen in het ontslagrecht zijn voorlopig uitgesteld naar het najaar, waar ze onderdeel van het SER advies gaat worden over het economisch beleid op middenlange termijn. Zaken waar we ons als leden van de bond tegenaan moeten bemoeien. De nieuwe zakelijkheid in het overleg maakt het organiseren van die betrokkenheid wel moeilijk. Waar onderscheid de FNV zich nu van de werkgevers en de politiek? Wat zijn nu echt harde punten en waarom worden die niet als zodanig uitgedragen? Als het overleg mis loopt moeten mensen wel te mobiliseren zijn. We kunnen niet altijd blijven vertrouwen op de lage populariteit van Balkenende. Onvrede moet wel een richting krijgen in wat onze belangen zijn. Maar voorlopig zijn de preventieve toets en een behoorlijke ontslagvergoedingen nog heilig, volgens FNV-voorzitter Agnes Jongerius.

Arbeidsmarktbeleid
Want wat wel opvalt is dat nauwelijks ter discussie staat dat via het sturen van de hoogte en duur van uitkeringen en via het versoepelen van de regels bij ontslag eigenlijk arbeidsmarktbeleid wordt gevoerd.
De veranderingen in de referte-eis sluiten goed aan bij de praktijk dat steeds meer mensen op flexibele baantjes zitten via uitzendbureaus en dergelijke. Voor hen zijn de uitkeringen iets verbeterd (uitgezonderd de seizoenswerkers) ten koste van de ouderen met een vast, langer arbeidsverleden. Het wordt �socialer� om iemand na een tijdelijk arbeidscontract te ontslaan. Er komt steeds meer flexibel, tijdelijk werk. De verantwoording voor het zoeken naar een nieuwe baan wordt bij de werknemer gelegd. Daar ligt ook steeds meer de nadruk op als het gaat om werkloosheidsbestrijding.
De wetgeving sluit aan bij de groeiende praktijk van precaire arbeid. Ook de �vernieuwende� sociale idee�n die Wouter Bos en Femke Halsema lanceerden, sluiten hierop aan. Bos pleitte in de Volkskrant voor invoering van het Scandinavische model met hogere uitkeringen, maar strengere normen voor reactivering van werklozen en gehandicapten. Gezien zijn geringe bereidheid om verschillende verslechteringen van het kabinet Balkenende terug te draaien zal het met die hogere uitkeringen wel meevallen. Of gaat hier ook zijn nieuwe solidariteit gelden? De werknemers die het iets beter hebben leveren in voor de mensen die bijna niks hebben. Mensen met vast werk geven hun rechten op voor hen die in onzekerheid zitten?

Verantwoordelijkheid
Soepeler ontslagrecht. Simpelere regels. Wie gelooft dat dit meer werk zal opleveren gelooft nog in het sprookje van de kleren van de kiezer. Meer vast werk zal er niet van komen. Als iemand niet functioneert op zijn werk of als er economische redenen zijn voor ontslag kan dat altijd. Het probleem is vooral dat werkgevers zich eigenlijk niet willen verantwoorden voor ontslag van werknemers. Of het nu gaat om redenen van functioneren of om economische redenen. Een betere ontslagbescherming betekent juist een betere verantwoording over waarom iemand zijn baan kwijt raakt. Nu wordt die schuld steeds meer bij de betrokkenen gelegd, terwijl de oorzaak in de 'slechte economie' en dat soort factoren moet worden gezocht.
Dat is ook het 'nieuwe' geluid van Mark Rutte, kandidaat lijsttrekker voor de VVD afkomstig van Unilever. Het bedrijf met zijn moderne arbeidsverhoudingen en zijn vitale uitstraling. Een bedrijf dat nog nooit verlies heeft gemaakt. Waren daar nu juist in december vorig jaar geen grote Europese acties tegen het verdwijnen van werk via outsourcing en rationalisering? Wordt het niet tijd dat we die verantwoording van werkgevers eens vastleggen in een wet? Een wet die verbiedt dat bedrijven die winst maken, mensen ontslaan. Die verbiedt dat bedrijven die winst maken naar het buitenland vertrekken. Zou een zo'n simpele wet niet meer helpen dan al het moeizame overleg om nog meer ingewikkelde compromissen te maken om werklozen te prikkelen werk te zoeken dat niet te vinden is?

Politiek en sociale strijd
Zoals meestal als oplossingen voor de hand liggen, zijn ze niet gemakkelijk te realiseren. De strijd voor en realisatie van een wet die werknemers beter beschermd tegen de grillen van de markt, vereist een andere verhouding tussen politiek en sociale strijd. Het zou een belangrijk punt moeten zijn van een linkse regering. Het geeft de sociale strijd een politieke dimensie en zou die kunnen stimuleren. Zo'n wet zou onderdeel moeten zijn van een politiek van herstel van werkgelegenheid. Daarvoor zijn nieuwe investeringen van de overheid nodig: de onzichtbare hand van de vrije markt lost de problemen niet op.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop