Turkije en de neofascistische besmetting

De strijd in Turkije wordt steeds belangrijker voor de hele wereld. Als de Turkse volksbeweging wint, zal haar overwinning een belangrijke invloed hebben op het mobiliseren van het verzet tegen de opkomst van het neofascisme wereldwijd.

De gebeurtenissen die zich sinds afgelopen woensdag in Turkije ontvouwen zijn uiterst ernstig: ze vormen een nieuwe en heel gevaarlijke stap in het afglijden van het land naar de verstikking van de democratie. De arrestatie van Ekrem Imamoglu – de populaire burgemeester van Istanbul en kandidaat van zijn partij, de Republikeinse Volkspartij (CHP), voor de volgende presidentsverkiezingen die gepland staan voor 2028 – en de detentie van bijna 100 van zijn medewerkers in de gemeente van de grootste stad van Turkije, op beschuldigingen die corruptie combineren (de Turkse justitie had beter onderzoek moeten doen naar corruptie in Erdogans entourage, te beginnen met zijn schoonzoon) met banden met 'terrorisme', dat wil zeggen, contacten met de Koerdische Arbeiderspartij-PKK (op een moment dat de regering met die partij onderhandelt over een vreedzame regeling), is gedrag dat rechtstreeks uit het bekende draaiboek van dictaturen komt.

Als er al twijfel bestond dat de aanklachten verzonnen waren en dat het de bedoeling was om de sterkste oppositiefiguur tegen het bewind van Recep Tayyip Erdogan, die vastbesloten lijkt om zijn land levenslang te regeren zoals andere autocratische heersers, uit te schakelen, dan laat het besluit van de Universiteit van Istanbul om Imamoglu's diploma ongeldig te verklaren aan de vooravond van zijn arrestatie geen ruimte voor twijfel. Een universitair diploma is een van de vereisten om zich kandidaat te stellen voor het presidentschap in Turkije en het besluit van de universiteit was gebaseerd op een volstrekt zwak voorwendsel, vooral omdat Imamoglu zijn diploma dertig jaar geleden behaalde!

Bijna een jaar geleden, in de nasleep van de laatste gemeenteraadsverkiezingen in Turkije, herinnerde ik aan Erdogans rol bij het vestigen van democratie in zijn land tijdens het eerste decennium van zijn bewind. Ondanks zijn daaropvolgende autocratische drift, onder andere door het ontslaan van de leiders van zijn partij die hij als rivalen beschouwde, prees ik zijn erkenning van de nederlaag van zijn partij bij de gemeenteraadsverkiezingen, waardoor hij zich onderscheidde van verschillende neofascisten die een nederlaag niet accepteren, waaronder Donald Trump, die probeerde het verkiezingsproces dat in de herfst van 2020 plaatsvond omver te werpen en nog steeds weigert zijn verlies te erkennen, door te beweren dat het presidentschap van hem gestolen is ('Twee waardevolle lessen uit de Turkse verkiezingen', 2 april 2024 – alleen in het Arabisch).

De moraal van dit verhaal is dat dezelfde man die zijn politieke carrière begon met een moedige strijd tegen een dictatoriaal regime, en die tijdens zijn ambtstermijn als burgemeester van Istanboel leed onder wat heel erg lijkt op wat hij nu zijn tegenstander, de huidige burgemeester, aandoet – deze man, die een prijzenswaardige rol speelde bij het vestigen van de democratie in zijn land, zich door de roes van de macht en het genot van een grote populariteit heeft laten verleiden om die toestand te willen bestendigen, zelfs als dat gebeurt door het dwingend op te leggen ten koste van de democratie. En toch overschreed Erdogan tot vorig jaar niet de kwalitatieve rode lijn tussen het behoud van een marge van vrijheid die democratie laat overleven, zij het met toenemende moeite, en het op dictatoriale wijze binnendringen van die marge.

Dat ondanks het feit dat Erdogan enkele neofascistische kenmerken vertoont, door te vertrouwen op een 'agressieve, militante mobilisatie van [zijn] volksbasis' op een ideologische basis die enkele van de belangrijkste componenten van extreemrechtse ideologie bevat, waaronder nationalistisch en etnisch fanatisme tegen de Koerden (in het bijzonder), seksisme en vijandigheid, al dan niet uit naam van religie, tegenover verschillende liberale waarden (zie 'Het tijdperk van het neofascisme en zijn onderscheidende kenmerken', 5 februari 2025). Zijn huidige drift suggereert dat hij nu zijn aansluiting bij de gelederen van neofascistische regimes aan het voltooien is wat betreft hun standpunt over democratie.

In het eerder genoemde artikel beschreef ik die houding als volgt: 'Het neofascisme beweert de basisregels van de democratie te respecteren in plaats van een naakte dictatuur in te stellen zoals zijn voorganger deed, zelfs als het de democratie van haar inhoud ontdoet door de feitelijke politieke vrijheden in verschillende mate uit te hollen, afhankelijk van het werkelijke populariteitsniveau van elke neofascistische heerser (en dus zijn behoefte om al dan niet verkiezingen te manipuleren) en de machtsverhouding tussen hem en zijn tegenstanders.'

Er zijn twee belangrijke factoren achter Erdogans drift naar neofascisme. De eerste is dat de neofascistische verleiding toeneemt als een autoritaire heerser te maken krijgt met opkomende oppositie en vreest zijn macht te verliezen door middel van democratie. Vladimir Poetin is daar een voorbeeld van: zijn neiging om af te glijden nam toe toen hij bij zijn terugkeer naar het presidentschap in 2012 (na een schertsvertoning van zijn overgang naar het premierschap in overeenstemming met de grondwet, die destijds meer dan twee opeenvolgende presidentiële termijnen verbood) te maken kreeg met groeiende oppositie van het volk. Tegelijkertijd nam Poetin zijn toevlucht tot het aanwakkeren van nationalistische sentimenten jegens Oekraïne (in het bijzonder), net zoals Erdogan dat later deed jegens de Koerden.

De tweede, en cruciale, factor is de opkomst van het neofascisme aan de macht in de Verenigde Staten, vertegenwoordigd door Donald Trump. Dat heeft een krachtige impuls gegeven aan de versterking van verschillende vormen van feitelijk of latent neofascisme, zoals we bijvoorbeeld duidelijk zien in Israël, Hongarije en Servië, en zoals we in toenemende mate wereldwijd zullen zien. De sterkte van de neofascistische besmetting is evenredig met de sterkte van de belangrijkste neofascistische pool: de fascistische besmetting werd enorm versterkt, vooral op het Europese continent, toen de macht van nazi-Duitsland in de jaren 1930 toenam. De neofascistische besmetting is nu nog sterker geworden, nu de Verenigde Staten niet langer een afschrikwekkende rol spelen tegen de erosie van de democratie, zij het binnen duidelijke grenzen, maar die erosie direct of indirect aanmoedigen. De erosie is al gaande en versnelt binnen de Verenigde Staten zelf.

Het is dus geen toeval dat Erdogans aanval op de oppositie begon na een telefoongesprek tussen hem en Trump, dat Steve Witkoff, Trumps goede vriend en gezant voor verschillende onderhandelingen, afgelopen vrijdag omschreef als 'geweldig' en 'echt transformerend'. Witkoff voegde eraan toe dat 'president [Trump] een relatie heeft met Erdogan en dat gaat belangrijk worden. En er komt goed nieuws uit Turkije als gevolg van dat gesprek. Dus ik denk dat je dat de komende dagen in de berichtgeving zult zien.' (Witkoff's uitspraak werd twee dagen na Imamoglu's arrestatie gedaan, ook al verwees hij niet per se naar die arrestatie).

Bovendien dacht Erdogan dat hij erin geslaagd was de Koerdische beweging te neutraliseren door recente compromissen, die werden gezegend door zijn bondgenoten van het Turkse nationalistische extreemrechts (hij kreeg ongelijk: de Koerdische beweging kwam uit voor de oppositie en het volksprotest). Hij gelooft ook dat de Europeanen hem, en zijn militaire potentieel in het bijzonder, op dit voor hen kritieke moment nodig hebben, zodat ze geen echte druk op hem zouden uitoefenen.

Wat in het geval van Turkije een bron van hoop blijft, is dat Erdogan geconfronteerd wordt met een volksreactie die veel groter is dan hij blijkbaar had verwacht. Die massale terugslag is veel groter dan waar Poetin mee te maken kreeg in Rusland, waar de volksbeweging na tientallen jaren totalitair bewind was gedecimeerd. Het is veel groter dan waarmee de meeste pioniers van het neofascisme zijn geconfronteerd, waaronder Trump, die sinds zijn tweede verkiezing slechts heel zwakke oppositie van de Democratische Partij heeft ontmoet. Erdogan probeert de volksbeweging de kop in te drukken door de repressie te laten escaleren (het aantal gedetineerden nadert de 1.500 in een land met 400.000 gevangenen, waaronder een hoog percentage politieke gevangenen en veel journalisten) ten koste van de veiligheid, stabiliteit en economie van Turkije (de Centrale Bank moest 14 miljard dollar uitgeven om een volledige ineenstorting van de Turkse lira te voorkomen en de aandelenmarkt is sterk gedaald).

De voortdurende strijd in Turkije wordt steeds belangrijker voor de hele wereld. Ofwel Erdogan slaagt erin om de oppositie uit te schakelen, wat een bloedig optreden zou kunnen vereisen, vergelijkbaar met het neerslaan door Bashar al-Assad van de Syrische volksopstand in 2011, waardoor het land zou kunnen afglijden naar een burgeroorlog, ofwel de volksbeweging zal zegevieren, waardoor hij op de een of andere manier terugkrabbelt of ten val komt. Als de Turkse volksbeweging wint, zal haar overwinning een belangrijke invloed hebben op het mobiliseren van het verzet tegen de opkomst van het neofascisme wereldwijd.

Dit artikel stond op Al-Quds al-Arabi. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop